Soler: Klavecimbelsonates nr.1-150; Concerten voor 2 orgels nr. 1-6. Peter-Jan Belder. Brilliant Classics 951438. (9 cd’s). 2009
Soler: Klavecimbelsonates nr.1-150; Bob van Asperen. Astrée E 8768/79 (12 cd’s, 14u. 36’00”). 1991
Soler: Klavecimbelsonates nr. 18 in c, 41 in Es, 72 in f, 78 in fis, 84 in D, 85 in fis, 86 in D, 87 in g, 88 in Des en 90 in Fis; Fandango. Maggie Cole (kl. en fortep). Virgin 791.172-2 (70’33”). 1989
Wanneer de naam van de Catalaan Antonio Soler (1729-1783) niet algemeen bekend is, komt dat ongetwijfeld omdat de achttiende eeuwse monnik primair muziek voor liturgisch gebruik schreef en het koor van de grote abdij Escorial in San Lorenzo de El Escorial leidde en daarnaast veel van zijn creatieve tijd besteedde aan het schrijven van zo’n honderdvijftig klavecimbelsonates, de bekende Fandago (zo’n twaalf minuten sierlijk akkoorden in de rechterhand als kantige basso ostinato) en wat voor- en tussenspelen. Vaak tot genoegen van de koninklijke familie wanneer die het Escorial bezocht. Dat die klavecimbelwerken daarna wat in de vergetelheid raakten, komt ook omdat ze werden overschaduwd door de sonates van zijn leermeester Domenico Scarlatti.
Maar de sonates van Soler bezitten een eigen karakter, zijn oorspronkelijk en langer (twee-, drie- of zelfs vierdelig) en bewerkelijker. Verder zijn de sonates als bij Scarlatti in binaire vorm en paarsgewijs gecombineerd en worden allerlei gedurfde texturen geprobeerd. Waar Soler afwijkt van Scarlatti is ook dat zijn muziek een tikje virtuozer is, maar minder briljant
Samuel Rubio catalogiseerde de sonates, vandaar dat ze tegenwoordig R. Nummers dragen. Het gaat om spirituele en attractieve muziek die zeer de moeite van het in kleine porties tegelijk beluisteren.
In de beide ‘volledige’ opnamen laat Belder zich horen met gave, heldere en stijlvolle vertolkingen, maar Van Asperen klinkt net iets genuanceerder en spontaner en profiteert van een mooier(e) klavecimbel(klank), kost echter meer.
Ook Gilbert Rowland heeft indertijd tussen 1991 en 2007 in dertien afleveringen 148 van deze sonates vastgelegd (Nimbus NI 5248, Naxos 8.553436, 8.553462, 8.553463, 8.553465, 8.554434, 8.554565, 8.554566, 8.555031, 8.555032, 8.570292, 8.557137, 8.557640, 8.557937).
Rafael Pyuana (Philips 432.830-2) en Scott Ross (Erato 2292-45435-2) waren mee van de eersten die zich over Soler ontfermden, later volgden onder meer Jacques Ogg met 12 sonates en de beroemde fandango (Globe GLO 5060), daarna kwam Elena Riu met 12 sonates (Ensayo ENY-CD 9818) en in 1992 zorgden David Schrader en een stel kompanen voor drie kwintetten (Cedille CDR 90000013).