Saint-Saëns: Vioolconcerten nr. 1 in A op. 20, 2 in C op. 58 en 3 in b op. 61. Fanny Clamagirand met Sinfonia Finlandia Jyväskylä o.l.v. Patrick Gallois. Naxos 8.572037 (72’30”). 2009
Saint-Saëns: Vioolconcerten nr. 1 in A op. 20, 2 in C op. 58 en 3 in b op. 61. Andrew Wan met het Montréal symfonie orkest o.l.v. Kent Nagano. Analekta AN 28770 (74’10”). 2014
Saint-Saëns schreef dermate makkelijk muziek dat hij in feite kon componeren wat hij wilde. Hij schreef een aantal concerten, vijf voor piano, drie voor viool en voor twee voor cello plus wat compacte stukken voor viool en orkest. Een paar daarvan zijn stevig in het gangbare repertoire verankerd.
Een matig bevredigende Ulf Hoelscher (EMI 572.001-2) bekommerde zich eerder om al die werken voor viool en orkest, Kyung Wha Chung deed dat duidelijk beter of een deel van dat moois (het tweede vioolconcert ontbrak op Decca460.008-2) en de eerder in deze rubriek besproken Philippe Graffin (Hyperion CDA 67074) kreeg vveel lof.
Sindsdien verschenen twee nieuwe uitgaven van het logisch samengebrachte drietal. Dat is mogelijk omdat het – zeker wat nr. 1 betreft – om niet te lange werken gaat.
Van de Franse violiste Fanny Clamagirand zullen in de Lage Landen niet velen hebben gehaard. Maar onderschat haar niet, ook niet wanneer ze voor deze opname door haar landgenoot, fluitist en dirigent Patrick Gallois helemaal naar Finland is gelokt. De violiste beschikt over een mooie, warme toon die ideaal is voor deze muziek. Zij is het vooral die voor het succes van de goedkope Naxos zorgt, want de orkestbegeleiding is niet al te subtiel. Andrew Wan is de concertmeester van het orkest uit Montréal, maar mag er als solist ook best wezen; slechts in het laatste deel van het derde concert had hij wat feller mogen zijn; hij krijgt bovendien een wat betere begeleiding van Nagano dan Clamagirand.
Toch is de uiteindelijke keuze tussen de nu drie in aanmerking komende versies een lastige. Naxos heeft het voordeel van de erg goede soliste en de lage prijs, Wan die van de betere begeleiding en de mooier klinkende opname en Graffin blijft interessant met zijn temperamentvolle lezingen. Is het vreemd om toch een zwak voor de française te tonen?