Schubert: Pianosonates nr. 4 in a D. 537 en 13 in A D. 664; 6 Duitse dansen D. 820 en 12 Duitse dansen D. 790. Mitsuko Uchida. Philips 470.265-2 (63’35”). 2001
Schubert: Pianosonate nr. 7 Es D. 568; 6 Moments musicaux D. 780. Mitsuko Uchida. Philips 470.164-2 (67’36”). 2000
Schubert: Pianosonates nr. 9 in B D. 575 en 16 in a D. 845. Mitsuko Uchida. Philips 462.596-2 (63’55”). 1998
Schubert: Pianosonates nr. 14 a D. 784 en 17 in D D. 850. Mitsuko Uchida. Philips 464.480-2 (62’03”). 2000
Schubert: Pianosonates nr. 15 in C D. 840 en 18 in G D. 894. Mitsuko Uchida. Philips 454.453-2 (69’33”). 1996/7.
Schubert: Pianosonates nr. 19 in c D. 958 en 20 in A D. 969. Mitsuko Uchida. Philips 456.579-2 (72’47”). 1997
Schubert: Pianosonate nr. 21 in Bes D. 960; 3 Klavierstücke D. 946. Mitsuko Uchida. Philips 456.572-2 (70’45”). 1997
Mitsuko Uchida begon in 1997 en aan reeks opnamen van Schuberts pianowerken en stopte daar helaas in 2000 mee zonder dat die serie compleet werd. Dat is jammer, al had ze niet met alle werken evenveel succes. Maar haar Schubert was wel voortdurend dichterlijk, werd prachtig afgewerkt en kreeg een vrijwel ideale geluidskwaliteit mee. Slechts af en toe stelde ze in laatste instantie iets teleur. Met een uitstekende vingertechniek kan ze veel problemen makkelijk aan, maar dat aspect speelt dan ook geen rol. Belangrijker voor haar is dat ze speelsheid, ontroering, melancholie, lyriek, zangerigheid in de muziek naar voren weet te brengen met de expertise van een liederen begeleidster. Soms maakt ze deze haast te onwezenlijk mooi wat van zichzelf al prachtig is en dreigt Schuberts onschuld te verworden tot gekunsteldheid, maar ze weet toch ook steeds voldoende tot de kern van de werken door te dringen. Haar toon is fijn gegradeerd, passagewerk is fijnzinnig afgewerkt. Ze blijkt te spelen op een Steinway uit 1962 die ideaal blijkt voor Schubert.
Eén belangrijke pre hebben deze opnamen: ze bieden zo ongeveer de mooiste pianoklank van alle tot nu toe verschenen opnamen van deze materie. Knap werk van de technici in de grote Musikvereinsaal in Wenen. Gelukkig gaat die prachtige klank gepaard met bijzonder zangerige, expressieve uitvoeringen.
Het ligt voor de hand haar te vergelijken met Schiff (Decca), Pollini (DG), Cooper (Ottavo) en Brendel (Philips) en er zelfs nog eens de oude opnamen van Kempff (DG) bij te halen.