Glazoenof: Vioolconcert in a op. 82; ‘Grand adagio’ uit Raymonda op. 57; Sibelius: Vioolconcert in d op. 47; Suite voor viool en strijkorkest in Bes op. 117 JS. 117. DG 481.2157 (67’01”). 2013/4
In het aan de uitblinkers van de Brusselse Koningin Elisabeth wedstrijd 2012 gewijde programma op QEC 2012 (3 cd’s) zijn de violisten van dat jaar Andrey Baranov, Shin Hyun Su, Narita Tatsuki, Tseng Yu-Chien, Narita Tatsuki te horen. De Koreaans-Amerikaanse Esther Yoo droeg met het Belgisch nationaal orkest onder Gilbert Varga niet minder dan het vioolconcert van Beethoven bij.
Omdat in 2015 zowel de honderdvijftigste verjaardag van zowel Glazoenof als Sibelius werd gevierd, blijkt ze al eerder hun vioolconcerten bij DG te hebben opgenomen. In 2013 vierde ze in Nederland met Glazoenov ook al succes met het Nederlands Studenten orkest.
De uitvoering van het wat korte concert van Glazoenov munt uit door helderheid en subtiliteit. Ze ontdekt een van verlangen vervulde teerheid in het langzame middendeel en verleent een vlorte zwier aan de veerkrachtige ritmen van de finale. Haar opvatting vertoont het meeste overeenkomst met die van Julia Fischer (Pentatone PTC 5186-059). Andere rivalen zijn Aaron Rosand (Vox VXP 7907) en Maxim Vengerov (Warner 0927-49567-2).
Van iemand die in 2010 op 16-jarige leeftijd het Sibelius concours in Helsinki won mag worden aangenomen dat ze zich zijn concert geheel heeft eigen gemaakt en in 2012 was ze ook een van de jongste winnaars in Brussel.
Dat blijkt hier ook te kloppen. Yoo interpreteert Sibelius met een bijzondere distinctie en een feilloze intonatie, beschikkend over alle vereiste virtuositeit. Het eerste deel klinkt mooi sonoor en in het langzame deel is het opnieuw een tere warmte die treft, zonder enig blijk van oververhitte gevoelens. Oo de extraverte brille van de finale en de bravura van de cadens maken een heel positieve indruk. Ze voegt zich overtuigend in het gezelschap van Kavakos (BIS CD 500), Lin (Sony SMK 89748), Khachatrian Naïve V 4959) en Chung (Decca 475.7734).
Over de begeleiding van Ashkenazy wordt verschillend geoordeeld. Aan de ene kant wordt hij te ongeëngageerd gevonden, aan de andere kant erg sympathiek en juist pittig in de kruisritmen van de Sibelius finale. Het orkest is in ieder geval heel welluidend.
De extra werken zijn ook erg de moeite waard en keurig gedaan: de prachtig uitgezongen lange melodielijnen van Sibelius’ Suite en de gulle weergave van het adagio uit Glazoenof ballet
Hoewel van beide concerten legio opnamen bestaan, zijn er maar weinig die beide combineren. Natuurlijk is daar de geweldige, intussen historische versie van Jascha Heifetz (RCA RD 87019), ook interessant was rond 1960 Ida Händel (Supraphon SU 4162-2, 5 cd’s), daarna volgde nog Augustin Dumay (Analekta FL 23045).
Het geheel overziende: ga rustig in zee met Yoo als deze koppeling aantrekkelijk is.