CD Recensies

SCHUBERT: MISSEN NR. 1-7

Schubert: Missen nr. 1-7. Mis nr. 1 in F D. 102, 2 in G D. 167, 3 in Bes D. 324, 4 in C D. 452 (met beide versies van het ‘Benedictus’), 5 in As D. 678 (tweede versie), 6 in Es D. 950; Deutsche Messe D. 872. Alexander Nader, Thomas Puchegger, Stefan Preyer, Benjamin Schmid-Inger (jongenssopraan), Georg Leskovich, Belà Fischer, Thomas Weinhappel, Albin Lenzer (jongensalt), Jörg Hering, Kurt Azesberger (t) en Harry van der Kampp (bs) met de Wiener Sängerknaben, Chorus Viennensis, het Orkest van de Age of enlightenment o.l.v. Bruno Weill, Sony S4K 62778 (4 cd’s, 3u. 43’01”), separaat verkrijgbaar al SK 68247. SK 68248, SK 53984 en SK 66255. 1995

 

De zeven Missen van Schubert leiden een Assepoester bestaan in zijn oeuvre, dus zijn er dienovereenkomstig maar weinig opnamen van. Toch is het best lonend er eens nader kennis mee te maken. Wie aan de traditionele begin negentiende eeuwse misvorm denkt, wachten hier wat verrassingen.

Schuberts kijk op het R.K. geloof was nogal eigenzinnig, hij had maar weinig tot niets van doen met de kerk als instituut en dus liet hij het credo – ‘ik geloof in één heilige, katholieke en apostolische kerk’ - altijd weg. Niet het dogma, maar de mens was het uitgangspunt van zijn geloof. Maar de werken zijn heel goed geschreven en munten uit door subtiele orkestraties.

De enige integrale opname komt van Bruno Weill die zorgt voor een nogal frustrerende ervaring. Eerst de positieve facetten. De inzet van jongensstemmen is een pré en verleent de muziek een fris, jeugdig karakter. Dat de dirigent geen moment sentimentaliseert, maar een vrij zakelijke, eerder klassieke dan romantische opvatting huldigt is ook iets waar we vrede mee kunnen hebben. Het gebruik van het uit de authentieke hoek komende Engelse orkest was ook een goede greep.

In de beste momenten klinkt de muziek opwindend mooi, bijvoorbeeld in het Sanctus en Hosanna van D. 678.

Ook de heldere opnameklank wekt veel waardering, al dient gezegd dat dit meer in het voordeel van het orkest dan van het koor is. 

Maar vervolgens dienen zich serieuze bezwaren aan. Waarom is Well voortdurend zo gehaast? Die vlotheid doet vaak afbreuk aan de expressie. Het prachtige Benedictus uit D. 167 verliest alle bekoring en de arme Thomas Puchegger kan er niet mee uit de voeten. In het algemeen dreigen de jongensstemmen nogal eens het onderspit te delen als ze het moeten opnemen tegen de volwassen solisten.Daar heeft Harry van der Kamp helaas een scherp randje aan zijn stem.

Het zijn het orkestaandeel en de goede geluidskwaliteit die deze uitgave zijn waarde verlen.

Misschien is het goed wat losse alternatieven te vermelden. Daarvoor komen in aanmerking:

Missen D. 678 en D. 950. Harnoncourt.Teldec 4509-98422-2, 0630-13163-2.

Missen D 167 en 950. Shaw Telarc CD 80212.

Missen D. 452 e.a. Sawallisch EMI 381.519-2.

Missen D. 678 en D. 950.  Sawallisch. Philips 473.892-2

Mis D. 678. Gardiner Philips 456.578-2.

Mis D. 950. Abbado DG 423.088-2

Mis D. 950.Giulini. Sony SK 69200.

Mis D. 950. Hickox Chandos CHAN 0750.