Dvorak: Pianokwintet in A op. 81, B. 155; Schubert: Pianokwintet in A D. 667 ‘Forellenkwintet’. Menahem Pressler met het Ebène kwartet. Met bonus dvd. Erato 4625-9649-2 (cd: 75’44’, dvd 116’30”). 2013
Schubert: Strijkkwintet in C D. 956; ‘Die Götter Griechenlands’ D. 677, ‘Der Tod und das Mädchen’ D. 531, ‘Der Jüngling und der Tod’ D. 545, ‘Atys’ D. 585, ‘Der liebliche Stern’ D. 861. (bew. Merlin). Matthias Goerne (b). Gautier Capuçon (vc), Laurene Durantel (cb) met het Ebène kwartet. Erato 2564-648761-2 (71’43”). 2015
Om de negentigste verjaardag van Menahem Pressler te vieren kwam hij het het Ebène kwartet en contrabassist Benjamin Berlioz samen in de Parijse Salle Pleyel op 7 november 2013.
Passend bij de gelegenheid klinkt het kwintet van Dvorak vitaal en vol joie de vivre. Maar ook de melancholische onderstroom en het Boheemse volksidioom krijgen aandacht in de furiant. In zoverre ontstaat een ongeveer gelijkwaardig Dvorakbeeld met de mooie opnamen van het Gaudier ensemble (Hyperion CDA 66796), Zacharias met het Leipzigs kwartet (MDG MDG 307-1249-2), András Schiff en het Panocha kwartet (Teldec 0630-17142-2) en Frank Braley c.s. (Harmonia Mundi HMC 90.1880).
Op verfijnde manier wordt het karakter van beide werken getroffen en Presslers bijdragen zijn geïnspireerd overeenkomstig de feestelijke gebeurtenis. Het is een wonder wat de man op zijn leeftijd nog presteert.
Sprankelend en zangerig klinkt ook het overbekende kwintet van Schubert, alleen de finale krijgt wat moeizaam vaart. Hier is de concurrentie ook moordend, vooral die van Frank Braley c.s. (Virgin 545.563-2) en opnieuw Zacharias en de Leipzigers (MDG MDG 307-0625-2)
De dvd bevat de beeldinhoud van de cd plus de volgende liederen: ‘Der Lindenbaum’, ‘Frühlingstraum’, ‘Die Krähe’ en ‘Der Leiermann’ uit Winterreise en uiteraard ‘Die Forelle’ met tenor Christoph Prégardien. Het bijzondere daaraan is, dat de pianobegeleiding in een bewerking van cellist Raphaël Merlin is vervangen door eentje voor strijkkwartet met contrabas. Verder speelt het kwartet nog het andantino uit het strijkkwartet van Debussy en eindigt Pressler met Chopins nocturne in cis als toegift. Het is alleen al aardig om de kleine, nog zo vitale Pressler als klein manneke tussen de minstens een kop grotere strijkers te zien. Opvallend ook hoe communicatief hier wordt gemusiceerd.
En dan is daar de nieuwe opname van Schuberts strijkkwintet, opnieuw aangevuld met een bijzonder aanvullend vocaal programmagedeelte. Het programma gaat terug tot een Schubertiade in Oostenrijk.
Meteen valt in het kwintet op hoe aanprekend, intens, contrastrijk maar zonder overdreven blijken van emotionaliteit het tot klinken wordt gebracht. Zo’n mooi gegradeerde opvatting doet het werk recht; de eb en vloed werking van de muziek verhoogt de expressie merkbaar. Zo komen we in een vergelijkbare sfeer als bij de geweldige historische opname van Stern, Casals e.a. (Sony 0746-45899-2) en Schiff met het Hagen kwartet (DG 439.774-2) want energie, lyriek en drama zijn in de juiste mengverhouding present.
Opnieuw was het cellist Raphaël Merlin die de voorbeeldig door Matthias Goerne gezongen liederen een nieuw veelkleurig jasje gaf. Heel bijzonder en treffend.