Svendsen: Romeo og Julia op. 18; Noorse rapsodieën nr. 1 op. 17, 2 op. 19, 3 op. 21 en 4 op. 22; Zorahayda op. 11. Zuid Jutland symfonie orkest o.l.v. Bjarte Engeset. Naxos 8.570322 (64’54”). 2008
In het lijstje met Noorse componisten tussen Grieg en Nordheim neemt Johann Severin Svendsen (1840-1911) met een veelzijdig oeuvre een belangrijke plaats in. Hij behoorde tot de negentiende eeuwse componisten die romantisch nationalisme in hun muziek integreerden zoals in zijn vier naar het voorbeeld van Liszt’s Hongaarse rapsodieën geschreven Noorse rapsodieën. Hierin treffen we uiteraard Noorse volksmuziek aan.
Dat Svendsen goed kon orkestreren, was ook zijn vrienden Grieg en Wagner opgevallen.
Zijn ‘Symfonische fantasie als inleiding op Shakespeare’s drama’ Romeo og Julia werd in 1875 geschreven terwijl Tchaikovsky zijn fantasie ouverture uit 1869 in 1879 en 1880 nog aan het herzien was. Maar het werk van Svendsen klinkt heel wat minder dramatisch.
De legende voor orkest Zorahayda uit 1879 is gebaseerd op de vertelling Tales of the Alhambra uit 1838 van Washington Irving over een Moorse prinses en een christelijke ridder als dromerig liefdesverhaal. Een prachtig blijk van gedegen compositietechniek, maar de melodische inventiviteit had groter mogen zijn.
Bjarte Engeset ontlokt het orkest uit Jutland op verfijnde en levendige wijze erg fraaie klanken. Voor Romeo og Julia en Zorahayda komt ook de haast nog betere opname van Neeme Järvi (Chandos CHAN 10693) in aanmerking.