Spohr: Symfonieën nr. 1 in Es op.20, 2 in d op. 45, 3 in e op. 78, 4 in F op. 86 Die Weihe der Töne, 5 in c op. 102, 6 in C op. 116 Historische, 7 in C op. 121 Het aardse en hemelse in het menselijk leven, nr. 8 in G op. 137 en 9 in b op. 143 De jaargetijden. Slowaaks Staats filharmonisch orkest c.q. Boedapest symfonie orkest o.l.v. Alfred Walter. Naxos 9.402247.(5 cd’s, 5u. 07’). 1990
Gedurende zijn leven en eigenlijk de hele negentiende eeuw was Louis Spohr erg populair. Hij werd bekend als vioolvirtuoos en vestigde zich als kapelmeester en componist in Kassel. De oudere generatie violisten – Albert Spalding, Adolf Busch, Erica Morini, Georg Kulenkampff en Jascha Heifetz –speelde zijn vioolconcerten, tenminste de nrs. 7, 8 en 9. Ulf Hoelscher nam er rond 1993 een stel op (CPO 232-2, 999.067-2, 999.145-2, 999.196-2)
Tussen 1811 en 1850 schreef Louis Spohr negen symfonieën die rond de jaren negentig vorige eeuw alle door deze Slowaken op Marco Polo paarsgewijs werden uitgebracht (8.223360, 8.223439, 8.22363, 8.223432, 8.223454). In hoeverre van Marco Polo nog wat over is lijkt de vraag. In elk geval is het prettig dat nu Naxos zich over deze erfenis ontfermt. Niet alleen paarsgewijs, maar ook handig compleet, zoals hier. Van een echte Spohr renaissance is nog geen sprake, maar het is nuttig dat nu ook de symfonieën alle te beluisteren zijn.
Er is trouwens ook nog een symfonie nr. 10 in Es WoO. 8 die Howard Shelley met het orkest van de Italiaans-Zwitserse omroep in 2010 heeft opgenomen (Hyperion CDA 67802) en Howard Griffiths met de NDR Kammerphilharmonie (CPO 777.177-2).
Wie zich moet beperken, zou ten minste de symfonie nr. 6 moeten proberen (Naxos 8.223439). Het gaat om een mooie pastiche van met de titel ‘Historische symfonie in de stijl van en en met de smaak van vier verschillende periodes. Een eerbetoon aan vroegere collega’s met de Fuga in C uit de eerste band van Bachs Wohltemperiertes Klavier, de inleiding van de pastorale symfonie uit Händels Messiah, brokjes uit Mozarts acht- en negenendertigste symfonie, Beethovens zevende en een citaat uit Aubers La muette de Portici.
Walters verklankingen – stevig, helder en liefdevol – zijn aardig om te beluisteren en daarmee lijkt dit pleidooi aan zijn doel te beantwoorden.