Shostakovitch: Symfonie nr. 15 in A op. 141 (bew. voor pianotrio en 13 slagwerkinstrumenten); Pianotrio’s nr. 1 in c op. 8 en 2 in e op. 67. Guido Rückel, Johannes Schulin, Steffen Uhrhan en Christian Wissel met Trio Opus 8. Profil Hänssler PH 08014 (77’35”). 2006
Dit is een enorme gedaanteverwisseling van Shostakovitch’ laatste symfonie uit 1971. Bewerker Viktor Derewianko zorgde daarvoor en de verrassing is meteen groot want in plaats van de fluit uit het symfonie orkest wordt nu het werk begonnen door de piano.
Maar de interessante bewerking is wel knap gemaakt, alleen al omdat die dertien slagwerkinstrumenten niet voortdurend in de strijd zijn en omdat er goed voor is gezorgd dat ze de beide strijkinstrumenten niet wegdrukken.
Of de bewerking zo goed is geslaagd dat men er graag naar terugkeert, is een andere vraag. De muziek klinkt nu namelijk enigszins gevriesdroogd en het blijkt moeilijk om in het eerste langzame deel de aandacht bij de les te houden. Bij het slotadagio wordt dat echt een opgave.
Bij een derde herhaling gaat het al wat bloedeloos klinken voor wie het origineel met bijvoorbeeld Kurt Sanderling (Berliner Philharmoniker BPH 0611), López-Cobos (Telarc CD 80572) of Haitink (Decca 425.069-2) kent.
Aan de uitvoerenden ligt dat niet, want die trachten ervan te maken wat maximaal haalbaar is.
Dat geldt ook voor de beide pianotrio’s, maar daarvoor is het praktischer om bijvoorbeeld het Wanderer trio (Harmonia Mundi HMG 50.1825) of het Weens pianotrio (Nimbus NI 5572) te kiezen.