CD Recensies

SORABJI: BOVENZINNELIJKE ÉTUDES

Sorabji: Bovenzinnelijke études nr. 1-26. Fredrik Ullén. BIS SACD 1373 (76’18”). 2006

 

Sorabji: Bovenzinnelijke études nr. 26-43. Fredrik Ullén. BIS SACD 1533 (76’18”). 2006

 

Sorabji: Bovenzinnelijke études nr. 44-62. Fredrik Ullén. BIS CD 1713 (80’25”). 2009

 

Sorabji: Bovenzinnelijke études nr. 63-71. Fredrik Ullén. BIS CD 1853 (79’26”). 2014

 

Sorabji: Bovenzinnelijke études nr. 72-83 Fredrik Ullén. BIS SACD 2223 (79’25”). 2015

 

Hoewel hij werd geboren uit een Perzische vader en een Spaans-Siciliaanse moeder, bezat Kakhosru Shapurji Sorabji (1892-1988) een excentriciteit die onmiskenbaar Engels was. Zijn opmerkelijke gaven in bloemrijke pianomuziek kan echter zijn beïnvloed door zijn Perzische afkomst.

Sorabji was een strijdlustige criticus die Busoni, Szymanowski, Medtner en andere ultravirtuoze componisten bewonderde. Hij paste hun technieken in zijn eigen pianorepertoire toe tot een maximum aan tekstuele complexiteit. De moeilijkheidsgraad is ook heel groot.

Over zijn omvangrijke Opus clavicembalisticum (in zijn geheel opgenomen door Geoffrey Douglas Madge (BIS CD 1062/4) zei hij: “….. de harmonie is zo bijtend als ammoniakzuur, het contrapunt schuurt als de molenstenen van God”.

De tussen 1940 en 1944 geschreven cyclus van honderd transcendental studies is de omvangrijkste verzameling in zijn soort. In 1851 kwam Liszt tot een dozijn Études d’executiion transcendante.

De inhoud gaat zowel over korte studie over pianotechniek als over uitgebreidere, van titels voorziene stukken de inzicht geven in het paralelle universum van Sorabji’s creativiteit. Meteen in de eerste étude wordt al duidelijk gemaakt hoe veelomvattend Sorabji’s opvatting over die vorm is.

In 2006 begon de Zweedse pianist Fredrik Ullén aan de integrale opname van deze werken. Hij neemt daarvoor alle tijd en gelukkig beschikt hij over de vereiste vingervaardigheid en finesse om deze muziek in pianistisch opzicht recht te doen. Hij maakt het zichzelf allerminst makkelijk, maar had hooguit hier en daar iets meer verbeelding mogen tonen. Intussen is hij tot nr. 83 gevorderd; het restant kunnen we met vertrouwen tegemoet zien en van enigerlei concurrentie is geen sprake. Bis zorgde zoals meestal voor een puike pianoklank.

Wie genoeg heeft aan een aardige dwarsdoorsnee door Sorabji’s pianowerken, zou eens kunnen luisteren naar Michael Habermann (British Music Society BMS 327/9 (3 cd’s).√