CD Recensies

SHOSTAKOVITCH: VIOOLCONCERT NR. 1, BENEDETTI

Shostakovitch: Vioolconcert nr. 1 in a op. 99 (herziening van op.77); Glazoenov: Vioolconcert in a op. 82. Nicola Benedetti met het Bournemouth symfonie orkest o.l.v. Kirill Karabits. Decca 478.8758 (59’05”). 2015

 

Pas vrij laat in zijn leven begon Shostakovitch aan een eerste vioolconcert. Het werd ook een wat zware bevalling. Hij werkte in 1947 en 1948 nog aan het stuk toen de doctrine van Andrei Zjdanov in de Sovjet Unie werd ingevoerd en in de beoordeling van kunst ook muziek werd beoordeeld op het gehalte socialistisch-realisme.

Shostakovitch werd daarvan meerdere malen het slachtoffer, ook wat dit vioolconcert betreft. 

Het werk had dan ook pas 29 oktober 1955 zijn eerste uitvoering met de man voor wie het was geschreven in de hoofdrol. Maar in de tussentijd brach de componist op advies van zijn solist wat herzieningen aan. Die betroffen de inzet van het vierde deel, de burleske (allegro con brio), die nu aan het orkest in plaats van aan de solist (die liefst even moest bijkomen na die geweldige cadens) werd gegeven. Daarmee veranderde ook het opusnummer van 77 in 99.

De bewuste opname van die revisie in an Oistrakh en Mravinsky met de Leningraders nog te horen op Chant du monde LDC 27888-2 en Monitor MCD 62014 uit 1956.

Daarna volgden tal van anderen, waarbij Maxim Vengerov (Teldec 4509-92256-2, Warner 2564-69452-7), Sergey Khatchatrian (Naïve V 5025), Hilary Hahn (Sony 50997-08992-1) en Sarah Chang (EMI 346.053-2) tot de besten behoorden. Vooral Vengerov scoort nog steeds hoog met zijn opname uit 1994 en Rostropovich als dirigent.

Opvallend is ook hier weer de gestage opmars der dames waartoe bijvoorbeeld ook Viktoria Mullova (Philips 422.364-2), Midori Goto (Sony SK 683338), Lisa Batiasvilli (DG 477.9299), Arabella Steinbacher (Orfeo C 687-061 A), Catherine Manoukian (Marquis 774718-13392-2), Baiba Skride (Sony 82876-73146-2) en Marie Scheublé (Arion ARN 68326) behoren

Daarbij voegt zich nu ook Nicola Benedetti en ze onderscheidt zich van de anderen door het eerste concert nit logisch met het tweede te combineren, maar door het concert van Glazoenov te kiezen? Waarom? Omdat dit concert uit 1904 zo’n mooi contrast vormt tussen de nog romantische tsarentijd met heel andere politieke, artistieke en sociale verhoudingen dan tijdens het Sovjet regime.

Dat brengt Benedetti in haar uitvoeringen ook duidelijk naar voren. Met een verfijnde, doch indringende speelwijze weet ze ook in de hartstochtelijke climaxen van Shostakovitch te overtuigen. Haar spel heeft een cachet en een balans die wars is van oppervlakkigheid. 

Haar soms broeierige, dan weer zilvergrijze mijmeringen hebben zin en in de beruchte cadens staat ze ver boven de materie. De verbondenheid met dirigent Karabits die in 2012 in Bournemouth ook James Ehnes al (Onyx ONYX 4113) begeleidde, is hecht. 

Geen wonder dat ook het ‘eenvoudiger en directer’ concert van Glazoenov mooi lukte. Vergelijk maar met  opnieuw Vengerov (Warner 0927-49567-2), vedder Znaider (RCA 74321-87454-2) en Fischer (Pentatone PTC 5186-059).

Conclusie: wie de combinatie Shostakovitch 1/Glazoenov aanstaat, is met de Decca opname op zijn of haar wenken bediend.