Strauss, R.: Deutsche Motette op. 62; ‘Traumlicht’ uit Männerchöre op. 123/2; Gesänge op. 34 nr. 1 en 2. Jane Archibald (s), Dagmar Peckové (ms), Eric Soklossa (t), Robert Gleadow (b) met het Lets omroepkoor en Accentus o.l.v. Laurence Equilbey. Naïve V 5194 (47’30”). 2009

Dat van de a cappella gezongen Deutsche Motette van Richard Strauss niet zoveel opnamen bestaan, is niet verwonderlijk wanneer we eenmaal de moeilijkheidsgraad en het extatische karakter van het werk kennen. Het werd namelijk in 1913 geschreven als ongeveer 19  minuten durend werk op tekst van Rückerts tekst ‘Die Schöpfung ist zur Ruh gegangen’, omspant vier octaven en is erg lastig om goed te realiseren.

De Franse dirigente Laurence Equilby stonden daarvoor wel 64 uitstekende, professionele krachten ter beschikking uit haar eigen kamerkoor Accentus en de voortreffelijke Letten. Ze zingen zowel weelderig als zuiver en treffend. Dat de verstaanbaarheid wat in het gedrang komt, is in zo’n complex werk haast onvermijdelijk. De goede solisten komen uit het koor.

Het enige smetje op de vertolking van ‘Der Abend’ op tekst van Schiller, het eerste van de Zwei  Gesänge uit 1897, is dat aan het begin de vrouwenstemmen even niet helemaal zuiver klinken. ‘Hymne’ weer op tekst van Rückert, slaagde meer volkomen.

Traumlicht (weer Rückert, uit 1935) is relatief eenvoudiger en dus ook volkomen geslaag. Gelukkig klinkt ook de opname heel verzorgd.

We moeten terug naar de oudere opnamen van Eric Ericson (EMI 747.691-2) uit 1971 en Gronostay (Deutsche Schall[latten DS 100-2) uit 1993 om ongeveer gelijkwaardige vertolkingen te vinden.