Shostakovitch: Celloconcerten nr. 1 in Es op. 107 en 2 in G op. 125. Alisa Weilerstein met het Symfonie orkest van de Beierse omroep o.l.v. Pablo Heras-Casado. Decca 483.0835 (60’52”). 2015
De situatie van de beide celloconcerten van Shostakovitch is aardig vergelijkbaar met die van de twee vioolconcerten: het eerste wordt regelmatig uitgevoerd, het tweede aanzienlijk minder dikwijls. Maar waar de uitdagende ambities van het eerste vioolconcert duidelijk de eerder als understatement naar voren komende eigenschappen van het tweede overschaduwen, maken de beperktere dubbelzinnigheden van het tweede concert uit 1967 een heel wat rijker werk dan het opwindende, acht jaar eerder geschreven eerste.
Volgens Rostropovich die als inspiratiebron voor beide fungeerde, ‘is het tweede concert in termen van virtuositeit minder pakkend dan het eerstee, maar de diepgang van het tweede is veel groter’.
Intussen gaat het met de loopbaan van Alisa Weilerstein op cd crescendo. Niet dat ze de afgelopen acht jaar steeds luider is gaan spelen, ze lijkt wel steeds beter te worden.
Gretig valt ze aan op het eerste concert waarvoor ze vlotte tempi kiest, scherp articuleert en het licht neurotische karakter van het werk doelmatig realiseert. Hoogtepunten zijn het met rust genomen lyrische langzame deel en de met knap volgehouden intensiteit gespeelde beroemde cadens. Eenheid in verscheidenheid lijkt het motto.
In het misschien nog grootser, maar vooral ook duisterder en opgejaagde tweede concert werkt ze de rapsodische ondergrond van het eerste deel rustig en goed uit. Ook de grilligheid van het scherzo is karakteristiek en de variaties uit het laatste deel zijn weer goed contrastrijk.
Met de begeleiding had ze het bij Pablo Heras-Casado haast niet beter kunnen treffen.
Als 22-jarige heeft Alisa Weilerstein Rostropovitch nog gesproken en advies bij hem ingewonnen. Ook dat werkt natuurlijk door in haar opvattingen.
Van Rostropovich bestaat een ee aantal opnamen met respectievelijk het Tsjechisch filharmonisch orkest o.l.v. Kyrill Kondrashin en het Londens symfonie orkest o.l.v. Gennady Rozhdestvensky (Koch INCD 7251) uit 1960 en 1967, met het USSR symfonie orkest o.l.v. Jevgeny Svetlanov (Russian Revelation RDCD 11109) uit 1966/7, met het Moskou’s filharmonisch orkest o.l.v. Gennady Rozhdestvensky (EMI 572.020-2), het Moskou’s Staats filharmonisch orkest o.l.v. David Oistrakh (Russian Revelation RV 10087, 1965/7).
Hij blijft tot op zekere hoogte een gouden standaard, maar moest later enigszins wijken voor Truls Mørk met het Londens filharmonisch orkest o.l.v. Mariss Jansons (Virgin 545.145-2) en nu dus voor Alisa Weilerstein. Het Münchense orkest begeleidde eerder onder Maxim Shostakovitch al Heinrich Schiff (Philips 412.526-2).
Overigens had Alisa Weilerstein het eerste celloconcert in 2009 al eens opgenomen met het Philadelphia orkest onder Christoph Eschenbach (Philadelphia Orchestra POA 1697).