Szymanowski: Concertouverture in E op. 12; Slopiewnie op. 46b nr. 1-5; Symfonie nr. 4 (Concertante symfonie) op. 60; Nocturne en tarantella op. 28 (bew. Fitelberg). Marisol Montalvo (s), Ewa Kupic (p) met de Staatsfilharmonie Rheinland-Pfalz o.l.v. Karl-Heinz Steffens. Capriccio C 5280 (61’37”). 2016

Deze opname is het resultaat van een Szymanowskiproject van Deutschlandradio Kultur, de zender SWR en Capriccio om in Ludwigshafen aandacht te vestigen op (ten onrechte) vergeten reperoire. Het programma is als voor een normaal concert en begint met de enthousiaste Concertouverture van de nog jonge componist uit 1905 die in 1913 werd herzien. Daarin horen we even iets van Richard Strauss’ Don Juan terug.

Liederen uit de cyclus Slopiewnie uit 1921 dragen de titels ‘Slowwisien’ (kersenwit), ‘Zielone slowa’ (groene lust), ‘Swiety Franciczek’ (de heilige Franciscus), ‘Kalinowe dwory’ (rood lied) en ‘Wanda’. De teksten zijn van de Pools-Joodse dichter Julian Tuwim hebben oud-Poolse wortels.

Er bestonden al opnamen van met o.m. Rosemary Hardy en Reinbert de Leeuw (Et’cetera KTC 9000) en Zofia Kilanowicz (Telarc CD 80567) en van Dagmara Switacz met Piotr Salajczyk (p) in de compactere vorm (Dux DUX 0716), maar ook Marisol Montalvo zingt ze met veel karakter.

De symfonie nr. 4 (1932) is iets halverwege pianoconcert en symfonie. De tot nu toe maatgevende opname hiervan kwam van Leif Ove Andsnes en het Birmingham symfonie orkest onder Simon Rattle (EMI 557.777-2), maar het moet gezegd worden, de ervaren en in dit repertoire doorknede Poolse Ewa Kupic benadert hem met de geïnspireerde Heinz Steffens op de bok heel dicht.

Wie de Nocturne en tarantella in oorspronkelijke vorm wil horen, moet vooral luisteren naar Rosanne Philippens en Julien Quentin (Channel Classics CCS SA 36715), maar de aangeklede orkestbewerking van Fitelberg blijkt in de onderhavige mooie uitvoering ook heel attractief en kleurig te zijn.

Reden genoeg om met dit programma in zee te gaan als de samenstelling daarvan bevalt.