CD Recensies

SHOSTAKOVITCH: VIOOLCONCERT NR. 1, LAMSMA

Shostakovitch: Vioolconcert nr. 1 in a op. 77; Goebaidoelina: In tempus praesens. Simone Lamsma me het Radio filharmonisch orkest o.l.v. James Gaffigan c.q. Reinbert de Leeuw. Challenge CC 72681 (73’21”). 2016, 2011

 

Het vioolconcert van Sibelius is het meest opgenomen vioolconcert uit de twintigste eeuw, maar Shostakovitch’ eerste komt daar dicht in de buurt. Dit werk bevestigt mogelijk het beste zijn plaats in de muziekgeschiedenis in de kunsten onder strenger toezicht van de Sovjet autoriteiten dan ooit, waarbij vooral zijn specialisatie, de monumentale instrumentale genres, werden aangevallen: hij moest dergelijke werken voor ‘voor de la’ voltooien.

Pas in 1955 werd de première van dit in 1948 geschreven werk door David Oistrakh, die het een jaar later in Leningrad met Mravinsky opnam (Orfeo C 736081 B). Later maakte hij er nog een opname van met Maxim Shostakovitch (Koch INCD 7241). Zie Vergelijkende Discografie, waarin Vengerov (Warner 0927-46742-2) tot winnaar werd verklaard en met ere de dames Chang, Hahn, Leilovicz, Midori, Mordkovich, Mullova en Steinbacher werden genoemd en werd gezegd: het wachten is op Lamsma. Welnu, het is gelukkig zover. Of zij vooraf heeft geluisterd naar Oistrakh, Vengerov en anderen?

Een sterke kracht van haar voordracht schuilt in de meditatieve intensiteit waarmee ze de donker-lyrische kanten van het eerste en derde deel mee belicht. Daar heeft haar toon wat extra warmte. In het briljante tweede en vierde deel toont ze voldoende demonische bravoure en geeft ze veel aandacht aan de rustieke joligheid van de dansritmen, die in de titel burlesque van de finale besloten liggen. Een mooi geslaagde uitkomst.

Van Goebaidoelina’s In tempus praesens bestonden al mooie opnamen van Vadim Gluzman (BIS CD 1752) en degene voor wie het werk is geschreven, Anne-Sophie Mutter (DG 477.7450). Het gaat om een volwaardig, hier 34’47” durend vioolconcert waarvoor de componiste haar inspiratie opdeed die zowel zij als de beoogde soliste opdeden bij de naam Sofia, ook de voornaam van de componiste. Sinds oude tijden is Sofie de verpersoonlijking van de wijsheid, voor de componiste ook de belichaming van het kunstzinnige engagement met daarin alle lichte en duistere kanten van het bestaan. 

Vandaar dat de viool in dit werk alle hoogten en diepten aftast als om hemel en aarde te verzoenen. Tegen het slot lijkt het pleit beslecht te worden door sombere trombones die refereren aan de Russisch-orthodoxe liturgie voor de doden. Maar dan breekt de viool zich los om met een ontroerende triomfkreet te eindigen. Aan spirituele affiniteit tussen beide Sofia’s lijkt het niet te ontbreken en gelukkig kan worden vastgesteld dat die ook tussen Simone en Sofia bestaat.

De combinatie werken is een aantrekkelijke.