CD Recensies

SCHUBERT: WINTERREISE; SCHWANENGESANG, GROISSBRÖCK

Schubert: Winterreise D. 911; Schwanengesang D. 957. Günther Groissbröck (bs) en Gerold Huber. Decca 481.4990 (2 cd’s, 2u. 05’52”). 2016

 

Wanneer we ons ditmaal primair richten op de collectie ‘zwanenzangen’ moeten we weten dat die titel niet van Schubert zelf is, maar van zijn uitgever. Na Schuberts dood verzamelde hij veertien liederen uit twee (onvoltooid gebleven) cycli naar zeven gedichten elk van Ludwig Rellstab en Heinrich Heine. Het zijn vooral de Heine liederen die treffen ondanks (of juist dankzij) het feit dat de componist de sardonische spot van diens gedichten negeerde. Bij wijze van toegift werd ook he romantisch sentimentele lied ‘Die Taubenpost’ op tekst van Gabriel Seidl toegevoegd omdat dit het laatste lied was dat hij schreef.

Elke opvoering is echter slechts een variatie op een van de meest spirituele en muzikale ervaringen in alle liederen. Die op tekst van Rellstab brengen de luisteraar van duistere voorgevoelens van geliefden en strijders naar de lentezon en een twijfelend afscheid.

In de Heinegroep staart Schubert in een inktzwarte kloof. Samen met hem zien we de geliefden door een waas van tranen; de kille levenslosheid van verre horizonten en desolate landschappen, en, tenslotte, de vreselijke ontmoeting met een Doppelgänger

De Vergelijkende Discografie die aan Schwanengesang werd gewijd, dateert uit 2007 en is in zoverre achterhaald, dat bij de baritonversies nu de opname van Matthias Goerne en Alfred Brendel (Decca 475.6011) voorop zou komen staan en bij de tenorale die van Peter Schreier en András Schiff (Wigmore Hall WHL Live 0006).

Maar hier gaat het om de vergelijking van basversies en dan moet Grossbrock het opnemen tegen onder meer Hans Hotter en Gerald Moore (EMI 565.196-2), Robert Holl en Roger Vignoles (Hyperion CDA 67657), István Kovacs en Levente Kende (Phaedra 292014), Bryn Terfel en Martin Martineau (Sain SCD 4035) en Matthew Rose en Malcolm Martineau (Stone Records 5060192780475 - hoe verzin je zo’n onmogelijk plaatnummer).

Dat lukt goed en overtuigend, zodat we deze uitgave een hartelijk welkom kunnen bereiden. De zanger raakt namelijk het hart van de spirituele duisternis met de vereiste diepgang en intensiteit.

Dat Günther Groissbröck (bs) ook van Winterreise een uitmuntende vertolking geeft, spreekt hierna vanzelf. Ik heb er zelfs de pionieropname van Hans Hotter en Gerald Moore uit 1954 (EMI 566.985-2, 761.002-2) nog even bij gehaald. De beslissende vraag is eigenlijk: wil men beide cycli samen van een bas, of geeft men de voorkeur aan een wat lichter stemtype?