Satie: Musique d’entracte. ‘Son binocle’ uit Les trois valses distinguëes du précieux dégoûté; ‘Danses de travers’; ‘Airs à faire fuir’ uit Pièces froides; Caresse; ‘Cinéma’; ‘Danse de l’homme et de la femme’ uit Relâche; ‘Dixit Domine’; Prière pour la salut de mon âme’ uit Messe des pauvres; ‘Tango perpétuel’ uit Sports et divertiseements; ‘Méditation’ uit Avant-dernières pensées; Tendrement; ‘Les fils des étoiles’ uit La vocation; Vexations. Fumio Yasuda (p, geprepareerde piano), Joachim Badenhorst (kl, sax) en Julie Läderach (vc, zang). Winter & Winter 910-241-2 (60’02”). 2016
Neem een kort stuk als Vexations (kwelling, of op zijn minst plagerijen) dat in de hier gebruikte bewerking wat is opgerekt tot 4’13’. De muziek past op een enkel kantje bladmuziek, er zijn geen maatstrepen, alleen de instructie ‘zeer langzaam’. Een thema in het basregister beslaat elf van de twaalf noten op een piano en wordt herhaald met een tweeledige harmonie in een hoger register. De baslijn komt terug en wordt nogmaals herhaald, maar dan met omgekeerde harmonie.
Het werk draagt de ondertitel Pages mystiques met de kanttekening dat het aan de vertolker is om dit motief 840 maal achter elkaar te spelen. Dus zou men om daaraan gevolg te geven daarvoor al gauw twintig uur moeten uittrekken. John Cage schijnt dat in 1963 in New York een keer te hebben gedaan en alleen Andy Warhol schijnt dat the hebben uitgezeten.
Het gebrek aan een toonsoort en de overmatige kwarten maken het werk lastig uitvoerbaar. Is Vexations gebedsmuziek, ‘meubelmuziek’ of een grap? Mogelijk alle drie tegelijk.
Door het stuk te bewerken voor een trio van piano, klarinet en cello en het te bekijken door het prisma van de Japanse pianist Fumio Yasuda krijgt het wat meer body en structuur.
Dat gebeurt ook in de bewerkingen van de overige 12 werken. In Cinéma en het wat jazzy gemaakte Tendrement maakt Yasuda gebruik van een prepared piano; in Le tango zingzegt celliste Julie Läderach tijdens de uitvoering de aanwijzingen waarvan de componist het stuk voorzag.
Bij ‘normale’ componisten zouden puristen dergelijke bewerkingen al gauw heiligschennis noemen, maar Satie zelf met zijn gevoel voor humor en zijn subversieve geest zou het waarschijnlijk best aardig hebben gevonden. Het drietal musici zet zich tongue in cheek in ieder geval erg voor hem in.