CD Recensies

SCHÖNBERG: ORKESTSTUKKEN OP. 16; ORKESTLIEDEREN OP. 8; NOTTURNO

Schönberg: Orkeststukken op. 16 nr. 1-5; Orkestliederen op. 8 nr. 1-6; Notturno voor harp, viool en strijkorkest in As; Bach, J.S.: Preludium en fuga in Es BWV. 552 St. Anna (bew Schönberg). Manuela Uhl (s) met het Beethovenorkest Bonn o.l.v. Stefan Blunier. MDG MDG 937-1584-6 (63’54”). 2008

 

Ook bij Schönberg blijkt het nog mogelijk om voor een cd première te zorgen. Dat is het geval met het aardige Notturno voor harp, soloviool en strijkorkest uit 1896. Wel is dat na 3’16” afgelopen, maar de kennismaking is aardig.

Maar ook de zes orkestliederen op. 8 behoren tot de zeldzaamheden op het concertpodium. De titels zijn ‘Natur’, ‘Das Wappenschild’, ‘Sehnsucht’, ‘Nie ward ich, Herrin, müd’, ‘Voll jener Süße’ en ‘Wenn Vöglein klagen’ waarvan er drie op tekst van Petrarchus zijn..

Manuela Uhl zingt ze met een vrij kleine stem, maar heel wendbaar, gedifferentieerd en expressief.

Met de Orkeststukken op. 16 uit 1909 komen we op bekender terrein. Het zijn innerlijke visioenen vol vroeger ondenkbare dissonanten en asymmetrie, vervuld van emotionele uitersten (angst, hysterie en smart) en de fijnste nuances van vluchtige intuïtie.

De verwantschap met de even radicale schilderkunst van Kandinsky en Kokoschka is duidelijk. Het schilderachtigste van de vijf stukken is het middelste. Het is gebaseerd op één enkel akkoord dat steeds is geherinstrumentaliseerd in een subtiele, schuivende kleurige caleidoscoop die meteen ook verschuivingen in de harmonie veroorzaakt.

De afzonderlijke stukken kregen op verzoek van de uitgever in 1912 hun huidige titels. De componist noteerde in zijn dagboek: ‘Voorgevoelens (heeft iedereen); 2 Verleden (heeft ook iedereen); 3 Akkoordkleuren (technisch); 4 Peripetie (algemeen genoeg, lijkt me); 5 Obligaat (misschien beter dan ‘ontwikkeld’ of ‘eindeloos’) recitatief’.

Schönberg reviseerde de stukken verschillende keren. Opnamen van de ‘originele versie’ gebruiken gewoonlijk de partituur uit 1922, die de derde is.

Stefan Blunier maakt iets bijzonders van dit werk door het eerste deel gedurfd langzaam maar met grote precisie te nemen de volgende drie scherp te profileren en het laatste flamboyant. Hiermee treedt hij succesvol in het krijt tegen Simon Rattle (Warner 7243-575880-2).

Ook Schönbergs bewerking voor groot orkest van een der bekendere orgelwerken van Bach wordt met veel vaart en verve uitgevoerd.

Mooi aanvullend materiaal voor de Schönberg verzameling.