Brahms: Symfonie nr. 2 in D op. 73; Segerstam: Symfonie nr. 289 When a cat visited. Turku filharmonisch orkest o.l.v. Leif Segerstam. Alba ABCD 403 (68’56”). 2016
Het antwoord op de vraag uit de muziekquiz: ‘Wie schreef negen symfonieën en één opera en wie omgekeerd één symfonie en negen opera’s’ is eenvoudig, namelijk respectievelijk Beethoven en Wagner. Lastiger te beantwoorden is de vraag: ‘Welke componist schreef de meeste symfonieën?’
Het antwoord staart de potentiële cd enthousiast aan vanaf tal van covers in de vorm van de bebaarde Finse Viking Leif Segerstam (1944) die we het beste als dirigent kennen.
Het preciese aantal is onbekend, maar is intussen tot driehonderdnegen (stand september 2016) gestegen. Dit betekent een productie van gemiddeld twintig per jaar sinds hij in 1977 begon met zijn nr. 1 Symfonie van de langzame delen (Orkestrale dagboekbladen nr. 33, 34, 36).
Daarmee overtreft hij de vorige houder van het wereldrecord, de Amerikaan Rowan Taylor (1927-2005) die het tot 265 stuks bracht. Of daarvan ooit iets is opgenomen?
Als dirigent met een internationale carrière had Segerstam het eenvoudiger zijn klanksporen na te laten. De man moet over een groot gevoel voor humor beschikken. Van hem zijn vele mooie cryptische uitspraken, briljante neologismen en nieuwlichterge dichterlijke aforismen bekend, vele daarvan geuit tijdens orkestrepetities. Zoals ‘Somebody singing far-fetched diagonals from Sibelius’s Finlandia’, ‘Three xentimetres of wavy lines, then you play the music’, ‘We get a plankton plasmatic flimmer’, ‘Tonmeister, are you heavy enough in the Glockenbox?’, ‘Segerstam disease: gastronomical music’ en mijn favorite ‘More grease in the pianissimo’.
Wanneer we eindelijk echt gaan luisteren naar zijn muziek, blijkt het allemaal ook zin te maken. Al deze werken zijn eendelig en duren tussen de achttien en vijfentwintig minuten, in alle wordt een eigen wereldje geschapen, telkens betreft dat haast een kosmische en chaotische megawereld die best pakkend zowel als onsamenhangend is.
Zijn uitgangspunt lijkt te zijn gesitueerd in de finale van de Symfonie nr. 7 van Sibelius, die ook zo’n twintig minuten duurt. Met het doel om alle quarks die in ons schuilen op het quantum mechanica niveau van de universele materie te brengen.
In de praktijk blijkt hoe goed en hoe interessant deze werken zijn.
De opname van Symfonie nr. 289 is de nieuwste, gecombineerd met Brahms die op zijn beurt als symfoniecyclus door de componist/dirigent is vastgelegd. In het 19’05” durende werk is een mooie, katachtige vioolsolo van Nobu Takizana.
O ja, en dan is er ook nog Brahms 2. Die luktr hier goed, maar het lijkt beter om bij de beproefde oude opnamen van Klemperer (EMI 567.030-2), Masur (Teldec 9031-77291-2) en Jansons (Simax PSC 1204) te volharden.
Luister, eenmaal enthousiast geraakt voor Segerstam, ook eens naar de andere symfonieën. Keuze genoeg met uitgaven van:
Symfonieën nr. 9 en 12 Orkestraal dagboekblad nr. 9: ‘Na de vloed’, Finlandia FACD 403.
Symfonieën nr. 11 voor piano, slagwerk en orkest. Orkestraal dagboekblad nr. 5 en 14 Orkestraal dagboekblad nr. 44. BIS CD 483.
Symfonie nr. 13 voor piano, slagwerk en strijkorkest. BIS CD 484.
Symfonie nr. 15, Ecliptische gedachten, Kontrapunkt 32125.
Symfonie nr. 17, Orkestraal dagboek nr. 49. BIS CD 684.
Symfonie nr. 18, Ondine ODE 877-2.
Symfonieën nr. 21, September, visions at Korpijärvi en 23 Afterthoughts questioning questionings. Ondine ODE 928-2.
Symfonieën nr. 81 After eighty, 162 Doubling the number for Bergen en 181 Names itself when played…. Ondine ODE 1172-2.
Symfonie nr. 288 Letting the FLOW go on. Alba ABCD 390.