Strauss, J.: Strauss in St. Petersburg. Abschied von St. Petersburg op. 210; Alexander-quadrille op. 33; Alexandrinen-Polka op. 198; An der Wolga op. 425; Auf zum Tanze! Op. 436; Bauern-Polka op. 276; Hofball-Quadrille op. 116; Großfürsten-Marsch op. 107; Großfürstin Alexandra-Walzer op. 181; Krönungs-Marsch op. 183; Newa-Polka op. 288; Olga-Polka op. 196; Persischer-Marsch op. 289; Russischer-Marsch op. 425; Russische-Marsch-Fantasie op. 353; St. Petersburg op. 255; Vergnügungszug op. 281; Wein, Weib und Gesang! op. 333; Smirnitskaya: Erste Liebe op. 14; Strauss J. II/Josef Strauss: Pizzicato-Polka. Olga Zaitseva (s) met het Ests nationaal mannenkoor en –symfonie orkest o.l.v. Neeme Järvi. Chandos CHAN 10937 (82’49”). 2016
De aanleiding tot het regelmatige contact van Johann Strauss II met Sint Petersburg was een nogal merkwaardige. Het begon met een 17km lange treinverbinding van St. Petersburg naar Pavlovsk waarvoor de eigenaren passagiers wilden werven. Om dat doel te bereiken lieten ze in het park in Pavlosk een paviljoen bouwen waar muziek en ander vermaak werd aangeboden.
Strauss werd voor het eerst in 1856 uitgenodigd om daar muziek voor te schrijven. Hij had daarmee zoveel succes dat de connectie elf seizoenen werd voortgezet. Dat leverde een aantal composities op.
Lang niet alle werken staan in connectie met Rusland, maar voor een aantal geldt dat wel en juist dat zijn de nummers die deze cd interessant maken. Helaas blijken ze wat tweede garnituur Strauss te zijn.
Dat Abschied von St. Petersburg meteen aan hert begin komt, doet wat vreemd aan. De Großfürstin Alexandra-Walzer werd geschreven als blijk van dank voor de diamanten ring die de componist van haar kreeg. Aardig is wel dat Wein, Weib und Gesang! volledig met een ruim drie minuten durende inleiding wordt gespeeld.
Om het geheel echt boeiend te maken, zouden ook andere, liefst Weense vertolkers nodig zijn. Weliswaar is het een genoegen om naar het zwierige mannenkoor te luisteren, bijvoorbeeld in de Bauern-Polka, maar het orkest uit Estland en de dirigent hebben deze muziek niet echt in hun genen. Gemist worden de specifiek Weense rubati. Het had typischer, spiritueler mogen zijn. Leuk om Olga Zeitseva nog op haar levendigst te horen in Olga Smirnitskaya’s Erste Liebe. Strauss schijnt in 1858 een korte affaire met de componiste te hebben gehad en wilde zich met haar verloven. Een leerzaam weetje extra.
Een aardig idee dat redelijk in klank is omgezet maar niet honderd procent imponeert.