Strauss, R.: Tenorliederen. Cäcilie op. 27/2, Wenn op. 31/2, Bruder Liederlich op. 41/4, An Sie op. 43/1, Die Ulme zu Hirsau op. 43/3, Ein Obdach gegen Sturm und Regen op. 46/1, Gestern war ich Atlas op. 46/2, Die sieben Siegel op. 46/3; Morgenrot op. 46/4; Ich sehe wie in einem Spiegel op. 46/5, Sie wissen’s nicht op. 46/5, Junggesellenschwur op. 49/6, Wer wird von der Welt verlangen op. 67/4, Hab ich euch denn je geraten op. 67/5, Wanderers Gemütsruhe op. 67/6, Der Pokal op. 69/2, Letzte Lieder AV. 250 nr. 1-4 (bew.), Nicky Spencer (t), Rebecca Evans (s) en Roger Vignoles (p). Hyperion CDA 68185 (64’23”). 2016
Inmiddels is de reeks met volledige liederen van Richard Strauss, die begon met tenor Andrew Kennedy (Hyperion CDA 67602), sopraan Anne Schwanewilms (Hyperion CDA 67588), sopraan Elizabeth Watts (Hyperion CDA 67844) en verder ging met sopraan Christine Brewer (Hyperion CDA 67488), sopraan Kiera Duffy (Hyperion CDA 67746), sopraan Ruby Hughes, tenor Ben Johnson bariton Günter Haumer en bariton Christopher Maltman (Hyperion CDA 67667) en vaste begeleider Roger Vignoles aangekomen bij de achtste aflevering. Opvallend is dat hiervoor meer Angelsaksische dan Duitstalige zangers zijn ingezet, maar dat doet nauwelijks wat af aan het welkome, nuttige initiatief waar behoefte aan bestond nadat bijvoorbeeld Dietrich Fischer Dieskau indertijd zijn liederenopnamen had gemaakt (EMI 763.995-2, 6 cd’s enDG 415.470-2). Hyperion begon aan de langlopende serie in 2007.
Maar hier zijn we dan tenslotte toe aan de laatste aflevering en zijn al Strauss' 174 liederen vastgelegd wanneer we de orkestliederen buiten beschouwing laten. Toch is een uitzondering gemaakt voor de wel aanwezige Vier letzte Lieder en bewerkingen van Max Wolff en Ernst Roth (wat ‘Abendrot’ betreft). Rebecca Evans zorgt hier voor de redelijk goed ingevulde geëngageerde introspectie. Maar Barbara Bonney en Malcolm Martineau (Decca 460.812-2) waren in 1997 nog overtuigender.
Nicky Spence, die eerder opnamen maakte met liederen van Wolff, Britten, Hoddinott, MacFarren en Dove ontpopt zich als een voortreffelijke Straussvertolker, zet in met een kostelijk overdadige Cäcilie en maakt verder met name iets heel moois van het zweverige Wenn en het tere An Sie. Lyriek is troef in Ich sehe wie in einem Spiegel, ernst in de vijf Rückert liederen op. 46 en passie in Der Pokal. Kortom: hij is opgewassen tegen de vaak zware eigen die de componist in dit repertoire stelt enndoet nauwelijks iers tekort aan uidrukking.
Groot compliment ook voor Roger Vignoles die voor alle zangers als een rots in de branding was als ideale betrokken begeleider.