Stravinsky: Music for violin I. Pastorale; ‘Prélude et Ronde des pricesses’, ‘Berceuse’, ’Scherzo’ uit De Vuurvogel; Chanson russe; ‘Danse russe’ uit Petroesjka; Pulcinella suite; Duo concertant; ‘Airs du rossignol’, ‘Marche chinoise’ uit Le rossignol; ‘Chant de guerre pour l’armée du Rhin’ La marseillaise (bew.). Ilya Gringolts en Peter Laul. BIS SACD 2245 (60’48”). 2016
Wie in de list met kamermuzikale werken van Stravinsky kijkt, ontdekt dat het Duo concertant uit 1932 zijn enige oorspronkelijke werk voor viool en piano is. Voor de rest gaat het steeds om bewerkingen voor deze combinatie. Dat geldt in chronologische volgorde voor:
1919 ‘Chant de guerre pour l’armé du Rhin’ La Marseillaise.
1925 Suite italienne ‘d’après des thèmes, fragments et morceaux de Giambattista Pergolesi’.
1926 Prélude et ronde des princisses uit De Vuurvogel.
1932 Duo concertant.
1932 ‘Berceuse, Scherzino’ uit De vuurvogel.
1932 ‘Airs du rossignol et Marche chinoise’ uit Chant du rossignol.
1932 ‘Chanson russe’ en ‘Danse russe’ uit Petroesjka.
1933 Pastorale/
1934 Divertimento, samengesteld uit de 3 Suites voor klein orkest.
1940 Tango
1947 ‘Ballade’ uit Le baiser de la fée.
Materiaal genoeg dus voor nog een cd. Veel bewerkingen hebben we wat dit betreft te danken aan de Pools-Amerikaanse violist Samuel Dushkin (1891-1976) die intensief met Stravinsky samenwerkte, met name aan het Vioolconcert dat hij later in 1935 ook met de componist en het Lamoureux orkest opnam (Biddulph WHL 037). Het Duo concertant en het Divertimento behoorden tot de werken die ze samen vaak tijdens recitals speelden.
Nu zijn Ilya Gringolts en Peter Laul niet de eersten die zich wagen aan zo’n complete Stravinsky voor viool en piano. Eerder, in 2006, deden Anthony Marwood en Thomas Adès (Hyperion CDA 67723, 2 cd’s) dat al.
Wanneer ter vergelijking die wat oudere opname wordt vergeleken met datgene wat voorhanden is op de nieuwe, blijkt grosso modo dat beide nauwelijks voor elkaar onderdoen in voortreffelijkheid. Nu eens treft het ene duo wat raker de kern en de sfeer, dan weer de andere. Met enige aarzeling kan misschien worden gezegd dat Gringolts iets overtuigender is dan Marwood en dat de BIS opname een fractie mooier klinkt. Afwachten tot een hopelijk spoedig verschijnend deel II.