CD Recensies

SCHUMANN: CARNAVAL, TARASOVA

Brahms: Pianostukken op. 76 nr. 1-8; Schumannvariaties in fis op. 9; Schumann: Carnaval op. 9. Varvara Taraskova. Champs Hill CHRCD 126 (74’44”). 2017

 

In zijn eerdere Papillons uit 1831 had Schumann beelden opgeroepen van een gemaskerd bal, geïnspireerd door Jean Pauls roman Flegeljahre (jaren van onbezonnenheid). Drie jaar later schilderde hij de 21 delen van Carnaval die ook teruggaan tot een bal, hoewel de genodigden nu beter herkenbaar zijn. De belangrijkste gast is Ernestine von Fricken met wie Schumann destijds verloofd was (lang voordat hij met Clara Wieck trouwde).

Schumann vertaalde de letters van haar geboorteplaats Asch in de Duitse notennamen A-Es-C-B of a—klein C-B. Deze twee motieven komen telkens terug in Carnaval en vormen tevens de basis van nr. 10, genaamd ASCH-SCHA. 

Ernestine kreeg een eigen portret in deze stukken, net als Schumanns alter ego’s, de dichter Eusebius en de gepassioneerde Florestan. Ook aanwezig op het bal zijn figuren uit de commedia dell’arte, evenals (in een muzikaal portret) Chopin en Paganini.

Tegen het einde (in een mars die een ondeugend walsritme heeft gekregen) roept Schumann de hulp in van de ‘Davidsbond’ (de ‘davidsliga’), een imaginaire groep van anticonservatieve revolutionairen om het traditionele ‘Großvatertanz’ walsthema een halt toe te roepen. Het resultaat is een fantasierijke droom van associaties en vluchtige herinneringen, gecontrasteerd met de formaliteit van een gekostumeerd bal.

De in St. Petersburg geboren, in Moskou gestudeerd hebbende en laatstelijk aan het Londense Royal College opgeleide jonge Russische pianiste Varvara Tarasova won in 2015 een pianoconcours in Sussex en had al andere prijzen op haar naam uit Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië. Ze kon op grond van die Engelse bekroning deze debuut cd maken.

Dat ze daarbij voor Schumann koos, zal wel geen toeval zijn, want daarin kon ze een verhaal kwijt. Ze weet Schumanns gedreven karakterisering op briljante wijze tot leven te roepen door een caleidoscoop aan stemmingen en karakters te presenteren. Ze springt moeiteloos van een geheimzinnige ‘Pierrot’ en een speelse ‘Arlequin’ naar een subtiele ‘Eusebius’ en een stralende ‘Florestan’. De ‘dansbrieven’ van nr. 10 hebben vaart en de octaven van ‘Paganini’ klinken mooi afwisselend.

Dat ze ook twee werken van Brahms opnam, was een dierbare wens. De acht Pianostukken uit 1878 en de Schumannvariaties uit 1854 krijgen net als bij Schumann een mooi eigen karakter.

Een dergelijke verbeeldingsvolle, smaakvolle, stijlvolle pianiste verdient de grootste waardering. Vergelijk haar Carnaval maar eens met die van Hamelin (Hyperion CDA 67120), Uchida (Philips 442.777-2) en Michelangeli (Testament SBT 2088) om te horen in hoeverre Varvara Tarasova al tot de wereldklasse behoort.