Stravinsky: Pastorale voor hobo, althobo, klarinet, fagot en viool; Suite L’histoire du soldat; Stukken voor klarinet nr. 1-3; Pour Pablo Picasso voor klarinet; Pribaoutki nr. 1-4; Berceuse du chat nr.1-4; Renard; Gedichten van Konstantin Balmont nr. 1 en 2; Gedichten uit de Japanse lyriek nr.1-3; Scherzo a la russe; Lied van de Wolga schippers. Frank Morelli (fag), William Blount (kl), Chris Gekker (tr). Michael Powell (tromb), Rolf Schulte (v) en John Feeney (cb), Charles Neidlich (kl), Katherine Ciesinski (ms), Susan Noki (s) met het Orchestra of St. Luke’s c.q. het Philharmonia orkest o.l.v. Robert Craft. Naxos 8.557505 (69’29”). 1991-2005
Naxos vraagt hier terecht aandacht voor wat onbekend klein grut van Stravinsky uit de periode 1911 tot 1918 met uitzondering van het arrangement van het Scherzo à la russe russe dat hij pas in 1944 maakte voor de band van Benny Goodman. Net als bij de 3 Stukken voor soloklarinet en Pour Pablo Picasso had men niet gauw een betere solist kunnen vinden dan Charles Neidlich.
Het bekendst is natuurlijk de Suite uit L’histoire du soklat die scherp wordt gekarakteriseerd hier. Meteen wordt in Renard een dramatische stemming geschapen in een dynamische uitvoering vol vocale uitbundigheid en ook veel esprit. Het orkest beleeft hoorbaar veel plezier aan de boerenerf muziek. Ook al versta je de tekst (die helaas niet is bijgevoegd) niet, het klinkt alles heel geestig. Hooguit klinken de zangers nogal op de achtergrond.
Haat onverwacht blijken de beide Balmont liederen bijzonder mooi te zijn en ook de drie Gedichten uit de Japanse lyriek klinken heel verleidelijk. Veel is daarbij te danken aan de heel goede Susan Narocki. Mezzo Katherine Ciesinski weet precies wat de primitieve, stevige vier Pribaoutki liederen nodig hebben en ook de vier Kattenwiegenliederen wordt alle recht gedaan. Als ervaren Stravinsky stuurman leeft Craft zich tot besluit heerlijk uit in de vulgaire Lied van de Wolgaschippers.
Wat een ontzettend leuke, gelukkig ook nog goedkope uitgave is dit.