Scriabin: Symfonie nr. 3 in c op. 43 Le divin poème en 4 op. 54 Le poème de l’extase. Oslo filharmonisch orkest o.l.v. Vasily Petrenko. Lawo LWC 1088 (68’42”). 2015
Scriabin: Symfonie nr. 2 in c op. 29; Pianoconcert in fis op. 20. Kirill Gerstein met het Oslo filharmonisch orkest o.l.v. Vasily Petrenko. Lawo LWC 1139 (76’35”). 2016
De ontwikkeling van Scriabins pianomuziek liep ver vooruit op die van zijn orkestwerken. Aan het begin van de twintigste eeuw ontpopte hij zich als naar mystiek neigende modernist. Na het Pianoconcert (1896) en twee interessante, maar niet bijzonder oorspronkelijke symfonieën (1900, 1901) bereikte hij een persoonlijke mijlpaal met zijn Symfonie nr. 3 uit 1904.
Het is vast geen toeval dat dit werk ontstond kort nadat Scriabin de theosofische ideeën van madame Blavatsky leerde kennen. In combinatie met zijn opvattingen over Nietzsche leidden die tot het geloof dat hij was voorbestemd om via zijn muziek de mensheid op een hoger geestelijk niveau te brengen. Daarom kreeg deze symfonie de ondertitel ‘Het goddelijke gedicht’; het moest de eerste declaratie zijn van zijn nieuwe doctrine.
Hoewel de driedelige vorm vrij traditioneel is, bereikt hij een vloeiend verloop van de emotionele eb en vloed via de manipulatie van contrasterende motieven.
Het werk krijgt samenhang door een imposant motto thema dat als ‘goddelijk grandioos’ wordt aangemerkt. Toch heeft ieder deel een eigen stemming: het ambitieuze eerste deel ‘Luttes’ (worstelingen), het centrale ‘Voluptés’ (verrukkingen) dat door vogelzang wordt gekleurd en de energieke hemelse vreugde van de finale ‘Jeu Diviri’.
Van het Pianoconcert bestaan heel redelijke opnamen van Postnikova (Chandos CHAN 9728), Ashkenazy, samen met de symfonieën (Decca 473.971-2, 3 cd’s) en Sherbakov (Naxos 8.550818) en van de symfonieën van Muti (Brilliant Classics 92744, 3 cd’s), maar enigszins verrassend zijn de nieuwe opnamen van Petrenko beter vanwege een groter diepgang en een mooiere Slavische inslag. Het Noorse orkest wentelt zich in Scriabins keur aan timbres en geeft het weelderige middendeel van Symfonie nr. 3 een fijne transparantie.