Schnittke: Boetepsalmen nr. 1-12; Pärt: Magnificat; Nunc dimittis. Ests filharmonisch kamerkoor o.l.v. Kaspars Putnins. BIS SACD 2292 (59’51”). 2017
We beschikten al over een stel fijne opnamen van de twaalf Stikhi pokayanniye van Schnittke uit 1988, bijvoorbeeld door het Zweeds omroepkoor onder Tono Kaljuste (ECM 453.513-2) uit 1996 en het RIAS Kamerkoor o.l.v. Hans-Christoph Rademann (Harmonia Mundi HMC 90.2225) uit 2015, al zijn er meer op Chandos van het Deens Nationaal omroepkoor en het SWR Vokalensemble op Hännsler.
Oppervlakkig gezien is dit ‘moeilijke’ want ‘kale’ en ‘strenge’ muziek, maar wie daar een kleine vijftig minuten voor gaat zitten wordt wel beloond voor het luisteren naar a cappella dissonanten als de muziek teer en zachtjes a bocca chiusa (met gesloten mond gezongen) eindigt.
Dat Estland een geweldige koortraditie heeft, blijkt ook in deze nieuwe vertolking. Geen wonder dat Kaspars Putnins zijn filharmonisch koor zo accuraat, zuiver en vol betekenis laat zingen en tot het hart van de luisteraar laat doordringen. Wat daarbij de zeven solostemmen van Maria Melaha, Karoliina Kriis, Ave Hänni Känen, Marianne Pärna, Kaia Urb, Raul Mikson en Tomas Thohert vermogen……
Met het Magnificat uit 1989 en Nunc dimittis uit 2001 van Pärt, beide op tekst uit het boek Lucas, brengt hij ons in vertrouwder vaarwater en laat hij opnieuw horen dat zijn koorleden ver boven de materie staan en alle aandacht aan een juiste expressie kunnen geven.
Gelukkig zorgde BIS ook voor een prachtige opnamekwaliteit, zodat er veel voor te zeggen is om deze uitgave tot een van de fijnste opnamen van Schnittke’s Boetepsalmen te verklaren.