Strauss, R: Liederen. Herr Lenz op. 37/5, Meinem Kinde op. 37/3, Für fünfzehn Pfennige op. 36/2, Hat gesagt - bleibt’s nicht dabe op. 36/3, Das Rosenband op. 36/1, Morgen op. 27/4, Einerlei op. 69/3, Allerseelen op. 10/8, Cäcilie op. 27/2, Malven AV. 304, Heimliche Aufforderung op. 27/3, Die Nacht op. 10.3, Nichts op. 10/2, Ständchen op. 17, Traum durch die Dämmerung op. 29/1, Schlagende Herzen op. 29/2, Nachtgang op. 29/3; Schlechtes Wetter op. 69/5, Ich trage meine Minne op. 32/1, Wie erkenn ich mein Treulieb op. 67/1, Guten Morgen, ’s ist Valentinstag op. 67/2, Sie trugen ihn auf der Bahre op. 67/3, Ruhe meine Seele op. 27/1. Maria Bengtsson (s) en Sarah Tysman ℗. MDG MDG 922-2062-6 (63’25”). 2017
De meer dan tweehonderd liederen die Richard Strauss gedurende zijn productieve leven voor vrouwen- en mannenstem schreef, gaven het laatromantische Duitse kunstlied een nieuwe prikkel. Na de meesterwerken op dit gebied van Schubert, Schumann en Brahms steeg hierdoor de belangstelling voor het genre. Strauss ging ongeveer verder waar Mahler ophield en schreef zowel orkestliederen als liederen met pianobegeleiding.
Strauss’ huwelijk met de sopraan Pauline de Ahna was meteen een huwelijk met de vrouwelijke zangstem. Zijn vier liederen op. 27 uit 1894, die tot zijn tederste behoren, werden als huwelijksgeschenk geschreven. Daarna volgde een contante stroom nieuw materiaal.
De Zweedse sopraan Maria Bengtsson doet uit die grote voorrad een greep van 23 liederen, bekende en minder bekende, de laatste uit op. 69 uit 1918.
Gezien de levenslange passie voor de vrouwelijke stem krijgen vocalistes de voorkeur in de meeste mooie vertolkingen. Misschien is dit het moment om zich eens af te vragen in hoeverre zangeressen uit de Duitse cultuur en taalwereld in het voordeel zijn. Daar is geen eenduidig antwoord op te geven, want in de volledige opname van Strauss’ liederen deed de Engelse Christine Brewer (Hyperion CDA 67488) niet onder voor Anne Schwanewilms (Hyperion CDA 67588). Haast in tegendeel. Ook Brigitte Fassbänder leverde een goede, kleinere bijdrage (Decca 474.536-2).
Maar met haar heldere, charmante en pure stem zorgt ook Maria Bengtsson die na in Parijs gewerkt te hebben aan de operahuizen in Frankfurt en Dresden actief is voor een prachtig recital. Terecht legt ze de nadruk op de vroege liederen. Deze worden niet in chronologische volgorde afgewerkt, wat de contrastwerking ten goede komt. De van oorsprong Franse, maar al geruime tijd in Duitsland werkzame Sarah Tysman begeleidt steeds in briljante stijl.
Dit tweetal levert een nuttige bijdrage aan de Straussdiscografie.