Schumann: Strijkkwartetten nr. 1 in a op. 41/1, 2 in F op. 41/2 en 3 in A op. 41/3. Stradivari kwartet. RCA 1000381275-2 (79’18”).
Schumann schreef zijn drie Strijkkwartetten in 1842 in een enorme vlaag van creativiteit nadat hij geruime tijd de werken van Haydn, Mozart en Beethoven in deze vorm had bestudeerd. Vooral de late kwartetten van Beethoven hadden zijn aandacht.
Deze invloeden zijn herhaaldelijk te horen, bijvoorbeeld in de lange, serene melodie uit het adagio van nr. 1 en de krachtige argumentatie in het eerste deel van nr. 2. Maar de voortdurende felle lyriek is iets van Schumann zelf. Jammer, dat hij niet meer strijkkwartetten schreef.
Het in 2007 gevormde Stradivari kwartet bestaat uit Xiaoming Wang en Sebastian Bohren (v), Lech Antonio Usynski (va) en Maja Weber (vc) en de leden daarvan komen uit China, Zwitserland en Polen. De Stradivarius Stiftung van Rolf Habisreutinger in Sankt Gallen verzamelde Stradivarius instrumenten en beschikte 2 violen, 2 altviolen en 2 celli. Die werden onder andere ter beschikking gesteld aan het Berlijnse Stradivari sextet en nu dus deels ook van het Stradivari kwartet. Alleen de primarius en de uitgesproken warm klinkende celliste beschikken over eentje.
Dat speelt Schumann met warme gloed, veel finesse en een pakkende attaque. Aan temperament geen gebrek, maar dat gaat nooit ten koste van een goede articulatie. Strijkkwartet nr. 1 klinkt vooral ook elegisch, maar daarna wordt het energieniveau opgevoerd. Deze impulsieve speelvreugde doet weldadig aan en het resultaat komt in de buurt van wat destijds maatgevende vertolkingen als die van het Zehetmair kwartet (ECM 472.169-2) en het Doric kwartet (Chandos CHAN 10692) waren. Of echt duidelijk is vast te stellen dat op Stradivarius instrumenten wordt gespeeld?