CD Recensies

SHOSTAKOVITCH: PIANOKWINTET; STRIJKKWARTET NR.3, BELCEA KWARTET

Shostakovitch: Pianokwintet in g op. 57; Strijkkwartet nr. 3 in F op. 73. Piotr Anderszewski met het Belcea kwartet. Alpha 360 (67’47”). 2017

 

Het Pianokwintet stamt uit een tijd dat Shostakovitch zich echt ging interesseren in kamermuziek. Na de voltooiing van zijn Strijkkwartet nr. 1 in 1938, een jaar nadat de glorieuze uitvoering van zijn Symfonie nr. 5 zijn naam had gerehabiliteerd in het Sovjet muziekmilieu, wilde hij een werk schrijven dat hij regelmatig zelf met het Beethoven kwartet kon uitvoeren. 

Het kwintet uit 1940 telt vijf delen en begint uitdagend sardonisch neoclassicistisch met een prelude en fuga die bewondering voor Bach en Stravinsky tonen. Het briljant-ironische scherzo zorgt hierna voor de nodige ontlading na de eerdere spanning, daarna is in het intermezzo een gevoel van eenzaamheid dominerend. Zoals vaak in werken van Shostakovitch uit deze periode wordt een overweldigend gevoel van spijt niet helemaal weggenomen door de lieflijke speelsheid van de finale.

Sinds het weg is van EMI leidt het Engelse Belcea kwartet in de muziekindustrie een zwervend bestaan en kwam via Zig-Zag territoires op Alpha terecht. Ook Piotre Anderszewsky verhuisde van Virgin en Warner naar Alpha waar zich nu de eerste samenwerking voltrekt.

Tot de mooiste opnamen van het Pianokwintet behoren die van Elisabeth Leonskaja met het Borodin kwartet (Warner 2564-60813-2), Vladimir Ashkenazy met het Fitzwilliam kwartet (Decca 475.7425, 5 cd’s), Martha Argerich c.s. (EMI 504.504-2) en Martin Roscoe en het Sorrel kwartet (Chandos CHAN 10329). Zie Vergelijkende discografie.

Ook bij Piotr Anderszewski en het Belcea kwartet is sprake van een ontmoeting tussen gelijkgestemde zielen in een intense, maar ook door melancholie en poëzie bepaalde opvatting. De pianist is vooral in de snelle delen heel briljant en houdt zich aan het begin iets in. Of men helemaal gelukkig kan zijn met de pianoklank is het nuttig om deze vooraf te ervaren. Soms klinkt die als een prepared piano.

Het Belcea kwartet houdt zich niet in en in beide werken en imponeert het vooral met felle pizzicati en raspend martellato, maar kan het ook heel verfijnd en ingetogen klinken