CD Recensies

SCHÖNBERG:PIANOWERKEN, NAPOLITANO

Schönberg: Pianostukken op. 11 nr.1-3; Kleine pianostukken op. 19 nr. 1-3; Pianostukken op. 23 nr. 1-5; Pianosuite op. 25; Pianostukken op. 33 a/b. Pina Napolitano. Odradek ODRCD 300 (55’09”). 2011

 

Zelf was Schönberg geen pianist en waarschijnlijk schreef hij dus weinig voor solopiano. Daar staat tegenover dat geen ander segment van zijn oeuvre zo’n compact en beknopt beeld geeft van zijn ontwikkeling als componist. Het gaat om werken uit de periode 1909-1931.

De ongepubliceerde Pianostukken uit 1894 geven een onhandig, licht genant gevoel (alsof Schönberg door erg door voorgangers was geïntimideerd) en daarna duurde het tot 1909 voordat hij de volgende stap zette. Meteen een belangrijke, want de drie Pianostukken op. 11 zijn atonaal. Het eerste is geconstrueerd als een reeks variaties, maar door afwezigheid van een hoofd toonaard is het voor het niet getrainde oor onmogelijk om de structuur en de ontwikkeling te volgen. Dat wekt geen gevoel van een gesloten structuur en hiërarchie door het ontbreken van een logische majeur en mineur ontwikkeling en laat een open einde achter.

Dat gevoel wordt versterkt in de aforistische Kleine stukken op. 19 uit 1911. In plaats van motivische ontwikkeling gaat het om toonkleur en verticale relaties tussen de noten en clusters de een andere logica volgen. De opvattingen hierover lopen nogal uiteen. Sommigen vinden het onwezenlijk en onaangenaam dissonant, anderen beschouwen ze als meesterwerken.

Hierna vormen de vijf Stukken op. 23, die met een wals (waarop onmogelijk kan worden gedanst) eindigen, een voorbeeld van de rigoureuze seriële muziek. 

De Pianosuite op. 25 is een verre verwant van Bachs suites en laat horen hoe de componist zijn twaalftoonstechniek verfijnde, waarna beide Pianostukken op. 33 die gelijktijdig met de opera Moses und Aron werden geschreven, laten horen hoe gepolijst twaalftoonsmuziek kan klinken. 

Alles bijeen gaat het om muziek die men eerder kan bewonderen dan liefhebben.

In de loop der jaren hebben vooral Maurizio Pollini (DG 423.249-2), Roland Pöntinen (BIS CD 1417), Claude Helffer (Harmonia Mundi HMC 90.752) en Paul Jacobs (Nonesuch 971.30902) zich voor deze muziek ingezet.

Nu volgt Piana Napolitano en ze doet dat op een pianotechnisch heel beheerste manier die haar in staat stelt om intellectuele en emotionele samenhang in de werken te realiseren. Ze onthult tegelijk enige passie achter de methode.

In de programmatoelichting spreekt ze de hoop uit dat ze erin slaagt om de expressieve en deels laatromantische kracht van Schönbergs muziek naar voren te brengen. Ze kan worden gerustgesteld: daarin is ze goed geslaagd.