Scarlatti, A.: Missa defunctorum in d; Salve regina op. 2/10; Miserere Mei, Deus, secundum nr. 1; Magnificat nr. 1; Odhecaton o.l.v. Paolo de Col. Arcana A 398 (76’35”). 2015
Hoewel de Missa defunctorum van Alessandro Scarlatti uit 1717 tijdens de begrafenis van Stravinsky in 1971 werd uitgevoerd, bestond er opvallend genoeg nog geen opname van. Het vierstemmige koorwerk van de Napolitaan is nog geheel in de stile antico met slechts begeleiding van violone, theorbe en orgel. Het Odhecaton mannenkoor nam het werk in het Oratorio degli Angeli Custodi in Lucca onder ideale akoestische omstandigheden op. Dat heeft zelfs een gering nadeel, wat de falsettisten zingen de hoge noten van de sopraanpartij niet steeds helemaal zuiver. Maar verder wordt best wel transparant en substantieel gezongen en is het klaaglijke karakter van het werk goed getroffen. Een hoogtepunt is het ‘Lacrimosa’ dat aan Gesualdo herinnert.
In het welsprekende Salve regina dat vermoedelijk uit 1697 is, werken vier solostemmen met mooi resultaat samen met twee concertante violen. Dit werk is ineens in de progressieve stile moderno. Het dient als mooie inleiding van het a capella bezongen Miserere Mei voor dubbelkoor dat in 1708 voor het eerst in de Sixtijnse kapel klonk.
Een volgend hoogtepunt is het contrastrijke vijfstemmige Magnificat met zijn contrasterende sologedeelten en ensembles. Hier duiken ook even sopranen op.
Voortdurend is het boeiend om te ervaren hoe deze Scarlatti een optimale relatie tussen de descriptieve tekst en de emotionele begeleiding weet te bereken. Dat is tevens een compliment voor de uitvoerenden.