Schubert: Symfonieën nr. 2 in Bes D. 25 en 4 in c D. 417 ‘Tragische’. Residentie orkest o.l.v. Jan Willen de Vriend. Challenge CC 72739 (56’51”). 2017
Met zijn Beethoven cyclus, destijds nog met het Orkest van het Oosten, oogstte De Vriend destijds veel waardering, ook internationaal. Intussen is hij begonnen aan een Schubertcyclus, nu met zijn nieuwe Haagse orkest. Afgaande op deze eerste uitgave is het resultaat opnieuw instinctief goed en verfrissend in de zin dat het tegelijk lyrisch en verkwikkend klinkt.
Dat de onproblematische Symfonie nr. 2 jeugdig en sprankelend klinkt is misschien nog niet zo bijzonder, maar dat de duistere aard van de negentienjarige Schubert zo goed doorbreekt in nr. 4 is dat wel en al van meet af aan.
De bijnaam ‘tragische’ is van Schubert zelf en past bij dit sombere werk dat meer dan de andere symfonieën de invloed van Beethoven verraadt, niet in het minst door de keuze van de toonaard c-klein.
De langzame inleiding wordt gevolgd door een een van urgentie doordrongen felheid die enigszins herinnert aan de Symfonie nr. 40 van Mozart. Het andante met zijn brede thema’s wordt tweemaal onderbroken door geagiteerde episodes en die rusteloze stemming zet zich voort in het menuet en de finale.
Die sfeer van wisselende spanningen wordt zonder overdrijving raak getypeerd door De Vriend. Behalve Harnoncourt met het Concertgebouworkest (Teldec 4509-91184-2) uit 1992 heeft hij als grote Schubertvertolkers ook de mooie cyclussen van Abbado (DG 423.651-2) en Böhm (DG 471.307-2) voor zich, maar wanneer de rest bij hem ook zo mooi slaagt, wordt een heel sterk sterke voorkeurstroef toegevoegd.