Spohr: Der Fall Babylons WoO. 63. Ekateria Kudryavtseva (s., Joodse vrouw), Anna Schuldt (ms., Nicotris), Matthias Stier (t., Daniel), Rossen Krastev (bs., Belsazar) en Dirk Schmidt (bs., Cyrus) met het Concertkoor en het Staatsorkest Braunschweig o.l.v. Matthias Stanze. Coviello COV 91406 (2 cd’s, 1u. 53’55”). 2013
In een van zijn laatste oratoria vertelt Louis Spohr het verhaal van de gevaogenschap van het Joodse volk in Babylon en van de val van die stad na de bezetting door de Perzen. Het werk werd in 1840 geschreven en ging in 1842 in première tijdens het Norwich Festival, Het maakte zoveel indruk, dat Spohr de opdracht kreeg voor een volgend oratorium. Dat werd Des Geilaards letzte Stunden (Ludwig, Motetten DCD 50201).
Wie een over de bevrijding van Belshazars heerschappij over de Israëliers een dramatisch werk had verwacht, komt bedrogen uit. De muziek is in een vrij tamme Beidermeierstijl, die waarschijnlijk destijds in het Victoriaanse Engeland zeker werd gewaardeerd.
Pas in het tweede deel is sprake van meer sfeerschildering en inventiviteit blijkt uit de soli voor viool en de houtblazers, maar teveel bijdragen van de zangers zijn onpersoonlijk van Joodse vrouwen en mannen. Alleen het slot van het werk bezit enige grandeur.
De in zijn geboorteplaats Braunschweig gevestigde Louis Spohr Gesellschaft doet er begrijpelijk alles aan om dit werk onder de aandacht te brengen en zorgt daarvoor met deze wat provinciaals aandoende uitvoerig die niet meer dan redelijk is geslaagd. De enige positive uitschieter and er de vocalisten is mezzo Anne Schuldt die heel sterk enige rollen op zich neemt.