Schnittke: Vioolsonate nr. 1, 2 Quasi una sonata en 3; Gratulationsrondo; Suite in oude stijl voor viola d’amore, slagwerk en klavecimbel; Stllle nacht; Polka ‘De overjas’ (bew.). Roman Mints (v, vda), Katya Apekisheva (p), Olga Martynova (kl) en Dmitri Vlassik (slagw). Quartz QYZ 2116 (2 cd’s, 1u. 28’59”). 2015
De werken voor viool en piano van Schnittke omspannen vrijwel zijn hele loopbaan, van de vroege jaren zestig vorige eeuw toen nog de zware schaduwen van Shostakovitch’ genie en de Soviet ideologie over hem vielen tot midden jaren negentig, toen de tijd van volkomen vrijheid, maar ook dodelijke ziekte voor hem was aangebroken.
De drie Vioolsonates en de vier andere werken brengen de stilistische ontwikkeling door vanuit het hart met de ontwikkelingen van de twintigste eeuw tred te houden mooi in kaart.
Compositorisch bezien is de Vioolsonate nr. 1 uit 1963 misschien het beste werk. Er schuilt al veel uitdagend provocerends in, maar zijn bereidheid om de mogelijkheden van een goed gevormd instrumentaal ontwerp en een gevoel van lichte pathos bepalen de kwaliteit gedurende een kwartier. In vergelijking is de Vioolsonate nr. 2 uit 1968 nonchalanter en meer lukraak, niet polystilistisch genoeg om de surrealistische confrontatie tussen oud en nieuw tot een botsing te brengen.
In de Vioolsonate nr. 3 (1994) waarmee het programma begint, ontbreekt de vroegere energie deels, maar gelukkig niet geheel. Het beluisteren van dit werk is een ontroerende ervaring, die in scherp contrast staat met de charmante pastiche van de vijfdelige Suite in oude stijl die oorspronkelijk voor viool en piano is en in die vorm mooi te beluisteren is van bijvoorbeeld Rostislav Dubinsky en Luba Edlina (Chandos CHAN 8343) of Francesco d’Orazio en Gianpaolo Nuti (Stradivarius STR 33675), maar die hier klinkt in een onder supervisie van de componist gemaakte bewerking van Igor Boguslavsky. Dat daaraan een viola d’amore te pas komt, maakt het werk eleganter en gracieuzer en brengt het in de sfeer van de Russische sprookjeswereld.
De luchtiger en sardonischer sfeer komem naar voren in het pokerface Mozartisme van het Gratulationsrondo en de ooit een schandaaltje veroorzakende deconstructie van Grubers Stille Nacht. Sommige van deze werken schreef Schnittke voor de in ons land zeer bekende Mark Lubotsky.
Roman Mints en haast nog meer Katya Apekisheva zorgen voor meesterlijke, intense vertolkingen van al deze werken, vooral van de meer descriptieve stukken in hun soms gekwelde dialogen.
Het overzicht van Schnittke’s werken voor piano zou volledig zijn geweest, wanneer ook A Paganini voor soloviool en de Prelude in memoriam Dmitry Shostakovitch voor viool en tape meteen waren opgenomen.