Schubert: Pianokwintet in A D. 667 Forellenkwintet; Cruixent: Cybervariation ‘After Schubert’s trout quintet’’; Resch: Teich und Quelle; Schachtner: Nachtrag zu Franz Schuberts Forellenquintett; Lazič: Der Forellenteich; Räuällä: Helder water. Silke Avenhaus (p), Lena Neudauer (v), Wen Xiao Zheng (va), Danjulo Ishizaka (vc) en Rick Stotijn (cb). Avie 855.340-8 (57’54”). 2018 

Het Forellenkwintet behoort tot de hoffelijkste en populairste werken van Schubert. De opdracht daarvoor kwam van amateurcellist Sylvester Paumgartner die een grote voorliefde had voor Schuberts lied Die Forelle. Hij wenste ook dat Schubert zich zou oriënteren op de bezetting van een s sextet van Hummel uit 1810 date een contrabas in plaats van de meer gebruikelijke tweede cello of altviool.

Het opgewekte eerste deel combineert enkele briljante passages met mysterieuze momenten, maar die geheimzinnigheid vormt geen moment een bedreiging voor de hartelijke sfeer. Het langzame deel is als een een serenade, alsof Schubert in een veelbezocht koffiehuis zit in gezelschap van vijf joviale musici. Daarna volgt een sprankelend scherzo.

In het vierde deel belanden we tenslotte in een stel variaties met een breed commentaar op het lied. De finale rondt het werk vrolijk kabbelend af.

Van dit werk bestaan na tuurlijk al legio opnamen (zie de Vergelijkende Discografie uit 2013).

Maar de charme en de melancholie door alle sfeerwisselingen heen van weleer inspireerde ook het ad hoc ensemble op deze nieuwe uitgave, met een stel gelijkgezinde vertolkers rond pianiste Silke Avenhaus die eerder al Antje Weithaas begeleidde in de Vioolsonates en de Fantasie D. 934 (AVI 53005), Chiara Tonelli in de Variaties over Trockne Blumen  (AVI 855.3000) en solo speelde in een aantal liedbewerkingen van Liszt (AVI 855.3136) en zich  daarmee als uitstekend Schubertspeelster kwalificeerde.  

Ze toont opnieuw een grote affiniteit met Schubert en neemt haar partners mee in een fijn spontane uitvoering.

Bijzonder wordt het hierna met korte stukken van Ferran Cruixent, Gerald Resch, Johannes Schachtner en Dejan Lazič die zich op kunstige wijze lieten inspireren tot nieuwe variaties op Schuberts muziek.