Schubert: Impromptu’s nr. 1-4 op. 142, D. 935 en nr. 1-4 op. 90, D. 898. Kemal Cem Yilmaz. Audite 20.037 (70’35”). 2017
Schuberts Impromptu’s zijn heel populaire werken, ook voor amateurpianisten, zodat men het gevaar loopt naar het clichématige af te zakken. Maar het is ook wondermooie muziek. In hun balans en hun bescheidenheid behoren ze tot de welsprekendste manifestaties van Schuberts natuurlijke lyriek.
De eerste reeks van vier draagt eigenlijk niet de naam Impromptu, maar de tweede wel als duidelijk vervolg. Elk stuk heeft een eenvoudige structuur en behandelt een enkel thema in plaats van de complexe structuren die we van de sonatevorm kennen.
De eerste groep begint met een inventieve oefening in het behandelen van een enkel thema. Daarop volgt een briljante presentatie van de hogere toonschalen, een gevoelige nocturne in ges en een meer improviserend laatste gedeelte.
Volgens Schubert is de tweede reeks een stiekeme sonate. Nr. 1 en 4 kennen enige overeenkomsten wat betreft de Hongaarse sfeer en de toonsoort f-klein.Het tweede stuk is een melancholiek menuet en trio, het derde een aantal variaties op een van Schuberts geliefdste melodieën uit de toneelmuziek voor Rosamunde.
Het is overbekend materiaal en de meeste beroemde pianisten hebben d aar wel een opname aan gewijd.
Tot de mooiste en beste behoren die van Maria João Pires (DG 457.550-2), Murray Perahia (Sony SK 37291, Misuko Uchida (Philips 456.245-2) en Brendel (Philips 456.061-2).
Maar ook de Turks-Duitse pianist Kemal Cem Yilmaz, die al een opname van Bachs Goldbergvariaties (Audite 20.035) maakte, geeft in zijn spel de dramatische randjes poëtische zeggingskracht en de melodiek een zangerig karakter zonder de intieme essentie uit het oog te verliezen. De essentie van deze werken is goed gevangen, al blijft Pires me dierbaarder.