Sorabji: Orgelsymfonie nr. 1. Kevin Bowyer. Continuum CCD 1001/2 (2 cd’s, 1u. 57’52”). 1989
Aan een opname van Sorabji’s Orgelsymfonie nr. 2 uit 1932 heeft nog niemand zich gewaagd. Geen wonder want al telt het werk maar drie delen, het duurt acht uur en blinkt uit door complexe, uitgestrekte fuga’s in een laatromantische stijl. Vergeleken daarmee is de Orgelsymfonie nr. 1 uit 1924 een korte, eveneens driedelige compositie met achtereenvolgens als eerste deel Prelude, passacaglia en postlude, als tweede introduction (quasi fuga) en coda en als derde moderato, cadenza de’ pedal, cadenza-toccata en coda.
Het werk is een oerwoud van vertrouwde vormen in een nieuw jasje enKevin Bowyer voelt zich daarin op het orgel van St. Mary Redcliffe in Bristol wonderwel thuis. Dat doet hij door de essentie eruit helder te prepareren en hij gaat knap om met de lastige uitvoeringspraktijk.
Het stuk heeft een imposante climax met het overweldigende B-A-C-H thema. Schier onuitputtelijke inventiviteit en decoratieve figuraties strijden om de hegemonie in deze ware orgelmarathon die hoge eisen stelt aan de verstandelijke en manuele kanten van de vertolker. Dat maakt dat het werk korter dan bijna twee uur schijnt te duren. Een monumentale evenknie van Messiaen als het om twintigste-eeuwse orgelmuziek gaat?