Saint-Saëns: Pianoconcerten nr. 1 in D op. 17 en 2 in g op. 22; Orkestsuite in D op.49. Noriko Ogawa met Tapiola Sinfonietta o.l.v. Jean-Jacques Kantorow. BIS CD 1040 (70’31”). 1999
Saint-Saëns: Pianoconcerten nr. 3 in Es op. 29, 4 in c op. 44 en 5 in F op.103 ‘Egyptisch’. Alexander Kantorow met Tapiola Sinfonietta o.l.v. Jean-Jacques Kantorow. BIS SACD 2300 (80’37”). 2016/8
Saint-Saëns is wel de Franse Mendelssohn genoemd en er zijn inderdaad overeenkomsten tussen beide componisten: ze waren allebei wonderkinderen, schreven innemende melodieuze muziek en waren behoorlijk productief in veel genres.
De belangstelling voor Saint-Saëns’ vijf tussen 1858 en 1896 geschreven Pianoconcerten ligt voor de hand, want de piano was zijn eigen instrument. Eerder werden ze alle al veelvuldig opgenomen. In een opsomming komen we alfabetisch gerangschikt Angela Brownridge (ASV CD QSS 262), Aldo Ciccolini (EMI 769.443-2), Jean-Philippe Collard (EMI 749.757-2), Jeanne-Marie Darré (EMI 569.470-2), Romain Decharmes (Naxos 8.573476/7), Philippe Entremont (CBS M2YK 45624), Stephen Hough (Hyperion CDA 67331/2), Anna Malikova (Audite 91.650, 92.509), Pascal Rogé (Decca 417.351-2) en Gabriel Tacchino (Vox CD3X 3028, Brilliant Classics 99524) tegen.
Het heeft twintig jaar geduurd, maar nu heeft ook BIS de vijf Pianoconcerten van Saint-Saëns compleet. Begonnen met Noriko Ogawa, nam Alexander, de zoon van dirigent Jean-Jacques Kantorow, het stokje over. Het is van voordeel dat de uitvoering zo in Franse handen is gekomen, al liet ook Ogawa zich charmant horen. Maar ook Kantorow jr. zorgt voor glinsterende virtuositeit en speelt met veel inzicht en laat de muziek met veel panache sprankelen. Saint-Saëns wist ook goed hoe hij piano en orkest moest combineren; het orkest heeft heel wat te doen, maar de orkestratie is licht gehouden en Tapiola Sinfonietta heeft een niet te omvangrijke bezetting en weet aardig Frans te klinken.
Wie nog wil vergelijken, kan dat het beste doen met Hough.