CD Recensies

SCARLATTI, A.: GRISElDA

Scarlatti, A.: Griselda. Dorothea Röschmann (s., Griselda), Lawrence Zazzo (ct., Gualtiero), Veronica Cangemi (s., Costanza). Berasrda Fink (ms., Roberto), Silvia Tro Santafé (ms., Ottone) en Kobie van Rensburg (t),  Corrado) met de Akademie für alte Musik Berlijn o.l.v. René Jacobs.        Harmonia Mundi HMC 90.1805/7 (3 cd’s, 3u., 01’52” ). 2002

De geschiedenis waarop Alessandro Scarlatti zich in 1721 voor zijn opera Griselda baseerde, haalde hij uit het verhaal ‘Geduldige Griselda’ uit  Boccaccio’s Decamerone. Het handelt over de edelman Gualtiero die met Griselda, een vrouw van nederige afkomst trouwt. Om haar deugdzaamheid en gehoorzaamheid op de proef te stellen, onderwerpt hij haar aan allerlei wreedheden. Pas wanneer ze al die beproevingen ongeschonden doorstaan heeft, beschouwt hij haar als zijn waardige echtgenote. Gelukkig geeft het libretto van Apostolo Zeno daar een andere, romantischer wending aan.

Nu is namelijk Gualtiero de koning van Sicilië en reeds overtuigd van Griselda’s deugdzaamheid. Hij moet die alleen nog aan zijn twijfelende onderdanen bewijzen. Zij zijn verontwaardigd over de mesalliance van hun vorst. 

Natuurlijk doorstaat Griselda alles heelhuids en kunnen we aan deze geschiedenis een mooi verlichtingsideaal koppelen: een koningin die haar status niet door afkomst, maar door gedrag moet aantonen. Wat dit betreft, is Griselda de tegenpool van een antiheldin als Klytemnestra die in een vergelijkbare situatie een een minnaar neemt om vervolgens haar echtgenoot gruwelijk om te brengen. Maar met Klytemnestra loopt het slecht af, terwijl Griselda voor haar trouw wordt beloond.

Deze opera, die destijds alleen in privékringen in Napels en Rome werd opgevoerd werd in 1721 Scarlatti’s ooeratestament.

Ook Pollarolo, Bononcini grepen deze stof op, maar het was Vivaldi die er in 1735 de bekendste opera, gefilterd door Goldoni van maakte

In 1960 werd Scarlatti’s werk al opgenomen met Mirella Freni, Eugenia Ratti, Pierre Mollet, Heinz Rehfuss en Ernst Häfliger onder Bruno Maderna (Archipel ARPCD 0478). Heel interessant, maar minder geschikt voor puristen. 

Wat dat betreft voldoet deze nieuwere opname aan veel hogere verachtingen. René Jacobs is meestal een betrouwbare gids wanneer het gaat om stijlgetrouwe uitvoeringen van barokmuziek, ook hier.

Dorothea Röschmann ideaal bezet in de titelrol en brengt met haar warme stem mooi leven in iedere scène waarin ze te horen is. Lawrence Zazzo beschikt als Gualtiero over vitale en briljante stemmiddelen en Silvia Tro Santafé is met haar rijke borststem ideaal bezet als de ambitieuze en intrigerende Ottone. Veronica Cangemi en Bernarda Fink suggereren een volmaakt minnepas en Kobie van Rensburg straalt als Gualtiero’s vertrouweling Corrado trouw uit.