Schoeck: Suite voor strijkorkest in As op. 59; Celloconcert op. 61; Sommernacht op. 58. Christoph Croisé (vc) met I Tempi o.l.v. Gevorg Gharabekyan. Genuin GEN 18497 (71’47”). 2017
Voor zover hij buiten eigen land bekend is, lijkt die bekendheid van de Zwitserse componist Othmar Schoeck vooral te zijn gebaseerd op zin vocale werken: de Hermann Hesse liederen op. 44, het Notturno op. 47 (ECM 476.6995), Der Postillon op. 18, de cantate Vom Fischer un syner Frau op. 43 (Claves 50-2701) en de opera Penthesilea (PAN 510.118-2).
Maar hij schreef natuurlijk ook instrumentale muziek. Daar hebben we hier drie representatieve voorbeelden van.
De cello lijkt het ideale instrument om het type verflauwende melancholie van deze componist te articuleren. Het werk uit 1948 getuigt in laatromantische stijl van een verloren gegane muziekwereld. In het werk komen passages voor die aan Elgar herinneren, maar het ineengrijpen van de strijkersmelodieën in het andante heeft ook iets van Strauss’ Metamorphosen.
Christoph Croisé is een heel goede, welsprekende solist en ook al klinken de strijkers van I Tempi niet erg welig, ze voldoen behoorlijk, ook in beide andere werken, waarbij vooral de mooie sfeer van Sommernacht treft.