Schumann, C.: Pianobewerkingen. Schumann, R.: ‘Widmung’, ‘Du bist wie eine Blume’, ‘Singet nicht in Trauertönen’, ‘Sehnsucht nach der Waldgegend’, ‘Märzveilchen’, ‘Geständnis’, ‘Lied der Braut 1’; ‘Dein Angesicht’, ‘Loreley’, ‘Mondnacht’ en ‘Schöne Wiege meiner Leiden’; Vier studies voor pedaalpiano op.56; Drie schetsen voor pedaalpiano op. 58; Sterndale Bennett:’Andante cantabile’ uit Diversions nr.1-3; Brahms: ‘Menuet 1, 2’ uit Serenade in D op. 11; ‘Scherzo’ uit Serenade in A op. 16; Wieck, C.: ‘Albumblatt’ over Ein feste Burg ist unser Gott. Jozef de Beenhouwer. MDG MDG 903-2115-6 (73’22”). 2018
13 september 2019 kan worden herdacht dat het honderd jaar geleden is dat Clara Wieck (1819 - 1896), de echtgenote van Robert Schumann in Leipzig werd geboren. Als pianiste was ze een wonderkind dat al op 11-jarige leeftijd debuteerde en uitgroeide tot een der grootste negentiende eeuwse concertpianisten.
In haar beginjaren als volwassene componeerde ze ook. Als veertienjarige had ze al een Pianoconcert gecomponeerd, later volgden kamermuziek, pianowerken en liederen. Ze moet een krachtige persoonlijkheid hebben gehad, want ze regeerde ook over een groot gezin met acht kinderen en kreeg met veel narigheid te maken. Dat begon toen ze tegen de wil van haar vader, bij wie Robert studeerde, vlak voor haar eenentwintigste verjaardag met Robert in het huwelijk trad. Na Roberts dood op diens 46-jarige leeftijd moest ze voor haar gezin zelf in haar onderhoud voorzien.
Clara Schumann moert een bijzonder iemand zijn geweest, een icoon voor velen en als componiste iemand met een eigen stijl. Ze werkte lang in de luwte van haar echtgenoot.
Momenteel bekommert de Duitse pianiste Ragna Schirmer zich nadrukkelijk om haar werk, maar het is Belg Jozef de Beenhouwer die zich met heel innemende resultaten op een aantal van haar pianotranscripties heeft geworpen. Het merendeel bestaat uit bewerkingen van liederen van haar man (een uitkomst voor mensen die een hekel aan zang hebben) maar ook de nabije Brahms en de Engelsman William Sterndale Bennett (1816 - 1875) drie winters in Leipzig verbleef en in de kring van de Schumanns verkeerde.