CD Recensies

SCHÖNBERG: FRIEDE AUF ERDEN; DIE JAKOBSLEITER

Schönberg: Friede auf Erden op. 13; Die Jakobsleiter. Dietrich Henschel  (b., Gabriel), Salome Kammer (s), Heidi Meier (s), Jonas Kaufmann (t), Stephan Rügamer (t), Kurt Azesberger (t), Michael Volle (b) en James Johnson (b) met het Omroepkoor Berlijn en het Deutsches Symphonie-Orchester o.l.v. Kent Nagano. Harmonia Mundi HMC 80.1821 (59’59”). 2003

Wie de list met werken van Schönberg nader bekijkt, zal zich misschien verbazen dat deze bezaaid is met onvoltooide composities. Sommige daarvan nemen een sleutelpositie in bij zijn stilistische ontwikkeling. Het beste voorbeeld is het torso van opera Moses and Aaron uit 1932. Het werk was bedoeld als een samenvatting van zijn levensfilosofie en zij spirituele aspiraties.

In de periode 1917-1922 ondernam hij daartoe een eerdere poging met het oratorium Die Jakobsleiter. Het was een werk waarvan het ontstaan werd verstoord door W.O.I.

Het libretto schreef Schönberg tussen 1915 en 1917, maar na 600 maten te hebben voltooid, werd hij in 1917 nog werd opgeroepen voor militaire dienst en daarna zijn er de nare gevolgen van die oorlog. In die periode ontwikkelde zijn stijlopvatting zich snel en tussen in de na-oorlogse jaren voegde hij slecht 100 maten toe. Daarna hield hij zich - ondanks wat aansporingen - niet meer met het werk bezig.

Na Schönbergs dood nodigde zijn weduwe Wilfred Zillig als eermalig leerling uit om het werk te voltooien. Deze voorzag het van een nogal opulente, Richard Strauss-achtige orkestratie en Rudolf Stefan bracht daarin nog wat correcties aan.

Dat is de vorm waarin het ongeveer drie kwartier lange werk hier klinkt. Het blijkt een rusteloze, dynamische compositie met theatrale trekken te zijn. Mogelijk vraagt de tekst uit Genesis, die is ‘verrijkt’ met elementen uit Strindbergs drama Jacobs worsteling en de novelle Seraphita van Balzac. Schönbergs religieuze mystiek is iets bijzonders als harde noot om te kraken, maar wel toegankelijk.

Samen met het inderdaad veel vrediger Friede auf Erden uit 1907 zorgen koor en orkest voor een meesterlijke, zeer gedifferentieerde vertolking waarin Dietrich Henschel solistisch schittert naast wel acht andere vocalisten als aartsengel Gabriel. De a cappella gedeelten klinken fel. Verteerbaar atonaal expressionisme met Sprechstimme en al.