Strauss, R.: Vioolconcert in d op. 8; Romance voor cello en orkest in F TrV. 116 (bew.); ‘Allegro molto’ uit Pianostukken op.3 (bew.); Zueignung op. 10/1 (bew.); Traum durch die Dämmerung op. 29/1 (bew.); Cäcilie op. 27/2 (bew.); Wiegenlied op. 41/1 (bew.); ‘Aber der richtige’ uit Arabella op. 79. Arabella Steinbacher met het WDR Omroeporkest Keulen o.l.v. Lawrence Foster. Pentatone PTC 5186-653 (60’35”). 2017
We kennen Richard Strauss als symfonisch vernieuwer die dat tot uiting bracht in heel wat symfonische gedichten. In zijn jeugd had zijn strenge vader, zelf hoornist, hem muzikaal opgevoed op een streng dieet van de klassieken.
Dat is te merken aan zijn jeugdwerken die alle nog in de klassiek/romantische traditie staan. Aan zijn enige Vioolconcert begon hij als zestienjarige (nog in een gymnasiale schoolbank in München). Maar hoewel hij braaf binnen de traditie bleef, komt ook af en toe even de brutale en moderne Strauss om de hoek kijken.
Populair is het werk nooit geworden. Dat heeft een oorzaak. De eerste twee delen kunnen vergelijking met de status van meesterwerk nog doorstaan, maar het rommelige slotdeel bederft de pret. Dat zal wel de reden zijn dat veel solisten het werk links laten liggen.
Toch bestaan er aardig wat opnamen van. Daarvoor konden we al terecht bij Boris Belkin, Tanja Becker-Bender, Ulf Hoelscher, Xue Wei, Ingolf Turban, Thomas Albertus Irnberger Tasmin Little en James Ehnes.
Maar Arabella is de enige die een hele cd vol maakt met werken voor viool en orkest. Daarvoor was ze wel aangewezen op bewerkingen van een cellowerk, een pianostuk, een stel liederen en een opera aria. Als motto voor haar programma koos ze ‘Aber der Richtige’, geen toeval voor iemand die door haar Strauss bewonderende ouders naar een van zijn opera’s werd genoemd en de haar nu met een violistische aria daaruit eert (haar vader was correpepeior aan de Münchense opera).
In die aria heeft ze net als vele zangeressen enige moeite om boven de overdadige orkestratie uit te komen, maar de romantische sfeer van het Vioolconcert treft ze ideaal en haar ‘Booth’ Strad uit 1716 ‘zingt’ prachtig idiomatisch en met dieptewerking in de overige stukken in nieuw gewaad. Haar ‘Cäcile’ krijgt zelfs iets dramatisch.