Salieri: La grotta di Trofonio. Olivier Lallouette (bs., Aristone), Raffaella Milanesi (s., Ofelia), Maria Arnet (s., Dori), Nikolai Schukoff (t., Artemidoro), Maria Cassi (t., Plistene), Carlo Lepore (bs., Trofonio) met het koor van de Opéra Lausanne en Les talens lyriques o.l.v. Christophe Rousset. Ambroise AMB 9986 (2 cd’s, 2u. 17’23”). 2005
In 1785 schreef Salieri deze opera op een libretto van Giovanni Battista Casti. Daarin maken we kennis mdt de zussen Dori en Ofelia die verliefd zijn op de vrienden Plistene en Artemidoro. Ze zijn allen zeer verschillend geaarde persoonlijkheden. Dori en Plisene zijn uitgesproken extrovert en enthousiast, Ofelia en Artemidoro daarentegen zijn introvert en gereserveerd.
De tovenaar Trofonio nodigt hen uit in zijn magische grot, waar hij zorgt dat die karaktereigenschappen worden omgekeerd, eerst bij de mannen, dan bij de dames. Tenslotte komt alles weer op zijn pootje terecht en is er het verwachte happy end.
Wenen zag de eerste opvoering van deze opera die natuurlijk nog wat weg heeft van Mozarts Così van tutte, een opera die pas vijf jaar later in het Burgtheater in première ging. In beide gevallen gaat het onzekere karakters en voorkeuren van de beide zussen als ze worden geconfronteerd met in zeker opzicht getransformeerde aanbidders.
Maar waar Così de menselijke psyche aan een onderzoek onderwerpt, kan La grotta di Trofonio het best worden omschreven als een onderhoudende luchtspiegeling. Maar dan wel eentje in de vorm van een heel mooi gecomponeerde opera waarin Salieri een grote lyrische gevoeligheid toon en soms ook even een goed gevoel voor parodie.
Rousset gaf indertijd een stel voorstellingen van het werk in Lausanne en daaruit werd deze opname samengesteld. Hij dirigeert met zorg en liefde, het orkest speelt briljant en met enige humor en zonder dat van grote sterren sprake is zingt de homogene bezetting gelukkig ook heel mooi.