Schubert: Vioolsonates in D op. post, 137/1, D. 384, a op. post. 137/2, D. 385, , g op. post. 137/3, D. 408, A op.post. 162 D. 574. Elizabeth Holowell en Erin Helyard. Centaur CRC 366 (75’51”). 2017
Schuberts vroege kamermuziek is ontspannen en eerder aangenaam dan diepzinnig, maar in zijn Duo in A uit 1817 begint hij zijn vleugels uit te slaan. Een jaar eerder had hij de als opus postuum 137 bekende korte sonates voor viool en piano geschreven. Ze waren zo kleinschalig dat de uitgever ze tot Sonatines omdoopte.
Ze waren duidelijk voor uitvoering tussen de schuifdeuren, Maar de Sonate in A is geschikter voor de openbaarheid in de vier delen. Beethovens invloed is onmiskenbaar. Wel komt het scherzo als tweede deel.
Wat de vele opnamen van deze werken betreft, bewaar ik dierbare herinneringen aan Johanna Martzy en Jean Antonietti (Testament SBT 21468). De nieuwe opname die wordt gepresenteerd onder de titel ‘The grand duo’ laat Australische vertolkingen op z.g historische (maar niet nader gespecificeerde) instrumenten horen en komen daarmee in de buurt vanJaap Schröder en zijn Strad en de fortepiano uit 1825 van Christopher Hogwood (Oiseau Lyre 443.196-2, Explore EXP 015) en Andrew Manze en Richard Egarr (Harmonia Mundi HMU 90.7445). Een echte winnaar is er niet en voor deze nieuwe uitgave mag best een plekje worden ingeruimd vanwege de mooi aangebrachte nuances en de algehele charme van de voordracht.