Schnittke: Boetepsalmen nr. 1-12; Geestelijke gezangen nr. 1-3. RIAS Kamerkoor o.l.v. Hans-Christoph Rademann. Harmonia Mundi HMC 90.2225 (54’49”). 2015
Van de acht koorwerken die Schnittke componeerde zijn de drie Geestelijke gezangen uit 1984 en de 12 Boetepsalmen uit 1988 het bekends. Ze verschenen ettelijke malen op cd, maar niet eerder samen wat toch nogal voor de hand ligt.
Net zoals veel van zijn muziek polystilistisch is, is ook zijn geestelijke muziek van gemengde aard met Russisch orthodoxe, Rooms Katholieke en Joodse invloeden. Weliswaar was hij sinds 1982 praktiserend katholiek, het is duidelijk dat zijn hart dichter bij de Russisch-orthodoxe kerkmuziek lag. De 12 Boetepsalmen - Adam saß vor dem Paradies und weinte -2. Es nimmt mich die Wüste auf wie die Mutter ihr Kind - 3. Weshalb lebe ich in Armut - 4. Meine Seele, warum befindest du dich in Sünden -5. O Mensch, verdammt und armselig -6. Als sie sahen das Schiff - 7. O meine Seele, warum hast du keine Angst - 8. Wenn du die Zeitlosigkeit der Trauer überwinden willst - 9. Über mein Leben als das eines Geistlichen habe ich nachgedacht - 10. Sammelt euch, ihr christlichen Menschen! -11. Ich bin in dieses elende Leben gekommen - 12. (mit geschlossenem Mund) - die weinig te maken hebben met de traditionele Boetepsalmen uit de Bijbel omdat de teksten afkomstig zijn van een onbekende monnik uit de zestiende eeuw.
Daarbij speelde een politiek conflict van een paar eeuwen vroeger een rol. In 1015 werden de jonge prinsen Boris en Gleb vermoord door hun oudere halfbroer Svyatopolk. Die moord maakte deel uit van een reeks bloedige conflicten over de troonopvolging. Later ging de Russische kerk de vermoorde broers als martelaren eren en vandaar die op schrift gestelde gebeden van de monnik.
De drie Geestelijke gezangen - ‘Gegrüßet seist Du Jungfrau, Mutter Gottes’; ‘Herr Jesus, Sohn Gottes’ en ‘Vater Unser’ zijn voor achtstemmig gemengd koor.
De vrij intieme schoonheid van deze muziek wordt in een mooi warm Russische toon en een goed getroffen sfeer getroffen door Rademann en zijn voortreffelijke Berlijnse koor.