Sibelius: Kullervo op. 7. Johanna Rusanen (s), Ville Rusanen (b) met het Ests nationaal mannenkoor, het Polytech koor en het Fins Omroeporkest o.l.v. Hannu Lintu. Ondine ODE 1338-5 (72’28”). 2018
Kullervo behoort tot de vroegste werken van de Finse componist. Het is wel een Symfonie en een Koorsymfonie genoemd. In dit werk richtte Sibelius zich op figuren uit het tragische nationale heldenepos Kalevala waaruit hij na de inleiding uit de vijftig liederen de delen ‘Kullervo’s jeugd’, ‘Kullervo en zijn zuster’, ‘Kullervo trekt ten strijde’ en ‘Kullervo’s dood’ selecteerde.
Hij begon al aan het werk tijdens zijn studie in Wenen, maar in 1892 was het klaar voor de première in Helsinki, die hem meteen enige beroemdheid opleverde.
Later raakte het werk enige tijd in vergetelheid raakte omdat de partituur pas na Sibelius’ dood werd gepubliceerd. Maar toen kwam sinds 1986 ook een stroom opnamen op gang, waarvan dit nr. 18 is. Hannu Lintu is een dirigent die al eerder opviel met zijn begripvolle, idiomatische vertolkingen van Sibelius’ Tapiola, En saga en orkestliederen (Ondine ODE 1389-5).
Hij gaat wat vlotter en minder extreem te werk dan zijn voorganger op Ondine, Leif Segerstam (ODE 1122-5) uit 2007, maar maakt van het centrale deel over Kullervo en zijn zuster iets bijzonders, haast in operasfeer. De beide solisten leveren heel mooie, idiomatische bijdragen, de gezamenlijke koren maken diepe indruk en het orkest speelt met warme, toegenegen toon. Wat wil men meer?