Schubert: Pianosonate nr. 20 in A D. 959; Menuetten in E D. 335 en cis D. 335 met trio in E D. 610. Arcadi Volodos. Sony 190758-6829-2 (55’42”). 2017/9
Wie zijn optredens in Nederland heeft bijgewoond, weet dat Arcadi Volodos tot het selecte groepje pianisten behoren waarnaar men gefascineerd luistert. Hij is wel een klankmagiër genoemd. Zijn repertoire is vrij breed en nadat hij zich eerder in 2001 liet horen als opmerkelijke Schubertvertolker met de Pianosonates nr. 1 in E D. 357 en 18 in G D. 894 (Sony SK 89647), vervolgt hij nu met meer Schubert.
Nu komt hij met 2 het prachtige klankbouwwerk van Schuberts op één na laatste Pianosonate nr. 20 die tot zijn populairste behoort, maar die pas in 1839 werd gepubliceerd. Bij Volodos krijgt het werk na een redelijk dramatische inzet een vriendelijk karakter dat hij doorstraalt met een aangename lyrische warmte en passie, vooral in het tweede thema van het eerste deel. In de doorwerking speelt hij voldoende spanning vasthoudend vrij speels en in de coda wordt de complexiteit mooi ontrafeld.
Het andantino met zijn ontroerende hoofdthema klinkt verdroomd en geheimzinnig, maar zo zo in een storm kunnen uitbarsten. Dan volgt een spiritueel, vrij luchtig scherzo met af en toe wat sinistere akkoorden. De finale lijkt een eerbetoon aan Beethoven, maar keert in wezen terug tot een thema uit de eerdere Sonate D. 537.
In plaats van nog een Pianosonate waarvoor ruimte genoeg was geweest op het schijfje, krijgen we twee niet zo vaak gehoorde Menuetten en een trio die enige verwantschap met de Sonate verraden.
Er is Volodos wel verweten dat Schubert bij hem in schoonheid lijkt te sterven maar wie aandachtig naar hem luistert, zal horen dat hij ook diepere emotionele lagen aanboort.