Saint-Saëns: Ascanio R. 293. Jean-François Lapointe (b., Benvenuto Cellini), Joé Bertili (bs., Pagolo), Bernhard Richter (r., Ascanio), Eve Maud Hubeaux (ms., Scozzone), Jean Teitgen (bs., François I), Karina Gauvin (s., hertogin d’Estampes), Clémence Tilquin (s., Colombe d’Estourville), Mohammed Jadar (b., bedelaar), Bastien Combe (b., D’Estourville) e,a. met het koor van de muziekhogeschool, het Theaterkoor Genève en het Ensemble van de Muziekhogeschool Genève o.l.v. Guillaume Tourniaire. B-Records LBM 013 (3 cd’s, 3u. 10’21”). 2018
Saint-Saëns: balletmuziek ‘Divertissements’ nr. 1-11 en alternatieve versies van nr. 7 en 9 uit Ascanio; ‘Proloog’ Les barbares; Jota aragonese op. 64; Voorspel 2e akte en Ouverture Andromaque; Ouverture La princesse jaune op. 30; Ouverture van een niet voltooide komische opera. Malmö symfonie orkest o.l.v. Jun Märkl. Naxos 8.574033 (73’38). 2018
Nadat Saint-Saëns in 1888 zijn opera Ascanio in vijf aktes op een libretto van Louis Gallet naar het toneelstuk Benvenuto Cellini van Paul Meurice had voltooid werd het niet zoals bedoeld in 1890 in de de Parijse Opéra opgevoerd. Na de dood van zijn moeder verkeerde de componist in een staat van mentale verwarring. Hij liet de voorbereidingen over aan de librettist en de componist Ernest Guiraud. Die brachten wijzingen aan in het werk, maar toen het resultaat tenslotte werd uitgevoerd, bleek dat het werk in stukken was gehakt en dat sommige delen in elkaar waren getelescopeerd.
Gelukkig herstelde Guillaume Tourniaire de opera in oorspronkelijke staat voor deze eerste volledige opname uit Genève, maakt tijdens een concertuitvoering. Een groot meesterwerk blijkt het niet te zijn, maar het is best de moeite waard. De zangers vormen een heel competent team. Goed dat alleen Franstaligen zijn ingezet en vooral Clémence Tilquin valt op als voortreffelijke, bijzonder lyrische Colombe en Bernard Richter een elegante, wat bescheiden Ascanio. De stemmen zijn goed contrastrijk. Alles is keurig in orde en het is nuttig dat deze uitgave beschikbaar is.
Naar de eisen van Parijse Opéra bevat de opera veel balletmuziek. Die is door Reinaldo Hahn omschreven als ‘de hele Renaissance in kort bestek’ en in zijn geheel verzameld op de Naxos uitgave. Deze beval verder weinig gehoorde werken als de ‘Proloog’ en de balletmuziek uit het verhaal van overwinning en wraak Les Barbares, de pentatatonische ouverture La princesse jaune en de uitgelaten Spaanse jota aragonese die de componist in een uitgelaten stemming toont. Met karakter en gevoel voor sfeer door de Zweden uitgevoerd.