CD Recensies

SHOSTAKOVITCH, SYMFONIE NR. 10, JANSONS 2

Shostakovitch: Symfonie nr. 10 in e op. 93. Symfonie orkest van de Beierse omroep o.l.v. Mariss Jansons. BR Klassiek 900185 (53’40”). 2019

De Symfonie nr. 10 van Shpstakovitch werd na de dood van Stalin door het Leningrad symfonie orkest onder leiding van Jevgeny Mravinsky 17 december 1953 op de wereld losgelaten. Het wa s zijn eerste symfonie na de ‘antiformalistische’ campagne van 1948 en het werk lijkt een tweeledig doel te hebben. Het is bevredigend als abstracte eenheid, maar er zijn tevens impliciete boodschappen over persoonlijke identiteit en en integriteit verpakt.

Het tweede deel, een kort en woest scherzo, is wel omschreven als ‘Stalins muzikale portret’. Hoewel Mravinsky het hoorngeschal uit het derde deel wellicht opvatte als toespeling op op zichzelf en ondanks de verwijzing naar Mahlers Lied von der Erde, weten we intussen h het een code is voor Elmira, een ex-student van de componist door wie hij korte tijd was gebiologeerd.

Een ander cruciaal onderdeel is zijn motivische handtekening D-es-C-H (d-es-c-b). Na een inleiding waarin een beetje zonlicht nauwelijks meer door de duisternis kan heen breken, wordt de sfeer van gefrustreerde zelfverdediging naarmate de finale vordert aan de kant geveegd en aan het slot heerst triomfantelijk zijn signatuur. 

Mariss Jansons had het werk in 2009 al met het Concertgebouworkest opgenomen (RCO Live LC 14237) en zorgde daarmee voor een van de beste versies. Hij was ook in de leer geweest bij Mravinsky (SAGA SCD 9017) en Karajan (DG 413.361-2) die als eersten voor imposante opnamen van deze symfonie zorgden. 

In München toont Jansons opnieuw een fel scherzo, net zoals hij ook weer mooi de langdurige op- en afbouw van het eerste deel toont. Zijn orkest van nu kan bogen op een fantastische hoornist in de triomfantelijke finale  die gelukkig het saxofoonachtige van Russische collega’s mist.

Opnieuw dus een winnende positie voor Jansons.